German-Dutch dictionary »

entweihen meaning in Dutch

GermanDutch
entweihen [entweihte; hat entweiht] Verb

ontheiligenwerkwoord

ontwijdenwerkwoord

profanerenwerkwoord

schandvlekkenwerkwoord

schendenwerkwoord

teschandemakenwerkwoord

verontheiligenwerkwoord