German-Dutch dictionary »

endigen [endigte; hat geendigt] meaning in Dutch

Results: endigen
I'd rather look for this: endigen [endigte; hat geendigt]
GermanDutch
endigen [endigte; hat geendigt] Verb

aflopenv

afmakenv

afsluitenv

beëindigenv

besluitenv

eindigenv

ophoudenv

uitgaanv

uitlopenv

uitmakenv

uitrakenv

verlopenv

voleindigenv

beendigen [beendigte; hat beendigt] Verb

afmakenv

afsluitenv

beëindigenv

besluitenv

uitmakenv

voleindigenv