German-Dutch dictionary »

einer meaning in Dutch

GermanDutch
seiner

'm

hemwerkwoord

hij

steinern Adjektiv

kei-bijvoeglijk naamwoord

keislag-bijvoeglijk naamwoord

stenenbijvoeglijk naamwoord

stenigbijvoeglijk naamwoord

verallgemeinern [verallgemeinerte; hat verallgemeinert] Verb

distribuerenv

rondbrengenv

verdelenv

verfeinern [verfeinerte; hat verfeinert] Verb

louterenv

raffinerenv

verfijnenv

der Verkleinerungswort Substantiv

verkleinwoordm

123