German-Dutch dictionary »

bereich [des bereichs, des bereichs, des bereiches, des bereiches; die bereiche] meaning in Dutch

Auto translate:

gebied [van het gebied, het gebied, het gebied, het gebied; de gebieden]
GermanDutch
der Bereich Substantiv

bestekm

gebiedm

gewestm

groottem

landstreekm

omvangm

regiom

streekm

uitgebreidheidm

bereichern [bereicherte; hat bereichert] Verb

rijkmakenv

verrijkenv