German-Dutch dictionary »

beide meaning in Dutch

GermanDutch
beide Zahlwort

allebeitelwoord

alletweedetelwoord

beidetelwoord

beiderseitig Adjektiv

aanweerskantenbijvoeglijk naamwoord

aanweerszijdenbijvoeglijk naamwoord

bijderzijdsbijvoeglijk naamwoord

onderlingbijvoeglijk naamwoord

wederkerigbijvoeglijk naamwoord

wederzijdsbijvoeglijk naamwoord

beiderseits Adverb

aanweerskantenbijwoord

aanweerszijdenbijwoord

bijderzijdsbijwoord