German-Dutch dictionary »

befinden [befand; hat befunden] meaning in Dutch

Results: befinden
I'd rather look for this: befinden [befand; hat befunden]
GermanDutch
befinden [befand; hat befunden] Verb

aantreffenv

achtenv

bevindenv

gelovenv

treffenv

vanmeningzijnv

vindenv

sich befinden

gesteldzijn

hetmaken

verkerenwerkwoord

voorkomen

zichbevinden

zichophouden