German-Dutch dictionary »

ahnung [der ahnung; die ahnungen] meaning in Dutch

Results: ahnung
I'd rather look for this: ahnung [der ahnung; die ahnungen]
GermanDutch
die Ahnung [der Ahnung; die Ahnungen] Substantiv

voorgevoelsubstantief

die Ermahnung [der Ermahnung; die Ermahnungen] Substantiv

aanmaningsubstantief

aansporingsubstantief

vermaansubstantief

vermaningsubstantief

waarschuwingsubstantief

die Erwähnung [der Erwähnung; die Erwähnungen] Substantiv

gewagsubstantief

predicaatsubstantief

vermeldingsubstantief