German-Dutch dictionary »

änderung meaning in Dutch

GermanDutch
die Änderung [der Änderung; die Änderungen] Substantiv

herscheppingsubstantief

keersubstantief

omkeersubstantief

veranderingsubstantief

vervormingsubstantief

verzettingsubstantief

wijzigingsubstantief

wisselingsubstantief

die Umänderung [der Umänderung; die Umänderungen] Substantiv

herscheppingsubstantief

veranderingsubstantief

vervormingsubstantief

wijzigingsubstantief

die Veränderung [der Veränderung; die Veränderungen] Substantiv

keersubstantief

omkeersubstantief

veranderingsubstantief

verzettingsubstantief

wijzigingsubstantief

wisselingsubstantief