English-Dutch dictionary »

research meaning in Dutch

EnglishDutch
research [researches] (inquiry or examination)
noun
[UK: rɪ.ˈsɜːtʃ]
[US: ri.ˈsɝːtʃ]

onderzoek [onderzoeken]substantief
{n}

speurwerksubstantief
{n}

research [researches] (piece of research)
noun
[UK: rɪ.ˈsɜːtʃ]
[US: ri.ˈsɝːtʃ]

researchsubstantief
{f}

research [researched, researching, researches] (to examine with continued care)
verb
[UK: rɪ.ˈsɜːtʃ]
[US: ri.ˈsɝːtʃ]

onderzoekenwerkwoord

vorsenwerkwoord

research [researched, researching, researches] (to make an investigation into)
verb
[UK: rɪ.ˈsɜːtʃ]
[US: ri.ˈsɝːtʃ]

nagaanwerkwoord

uitvissenwerkwoord

uitzoekenwerkwoord

researcher [researchers] (one who researches)
noun
[UK: rɪ.ˈsɜː.tʃə(r)]
[US: ˈriː.sər.tʃər]

onderzoekersubstantief
{m}

qualitative research (techniques not relying on statistical analysis)
noun

kwalitatief onderzoeksubstantief