English-Dutch dictionary »

bang meaning in Dutch

EnglishDutch
bang [bangs] (A strike upon an object causing such a noise)
noun
[UK: bæŋ]
[US: ˈbæŋ]

slagsubstantief

bang [bangs] (A sudden percussive noise)
noun
[UK: bæŋ]
[US: ˈbæŋ]

klapsubstantief
{m}

knalsubstantief
{m}

bang [bangs] (An explosion)
noun
[UK: bæŋ]
[US: ˈbæŋ]

explosiesubstantief
{m}

bang [bangs] (The symbol !)
noun
[UK: bæŋ]
[US: ˈbæŋ]

uitroeptekensubstantief

bang (to make sudden loud noises)
verb
[UK: bæŋ]
[US: ˈbæŋ]

knallenwerkwoord

banger [bangers] (sausage)
noun
[UK: ˈbæŋə(r)]
[US: ˈbæŋər]

worstjesubstantief
{n}

Bangka Belitung Islands (province of Indonesia)
proper noun

Bangka-Belitungeigennam

Bangkok (the capital of Thailand)
proper noun
[UK: ˌbæŋˈkɒk]
[US: bæŋˈk.ɑːk]

Bangkokeigennam
{n}

Bangla-centric (focused on Bengali)
adjective

banglacentrischbijvoeglijk naamwoord

Bangladesh (country)
proper noun
[UK: ˌbæŋ.ɡlə.ˈdeʃ]
[US: ˈbæŋ.lə.ˌdeʃ]

Bangladesheigennam

Bangladeshi (of, from, or pertaining to Bangladesh)
adjective
[UK: ˌbæŋ.ɡlə.ˈde.ʃi]
[US: ˈbæŋ.lə.ˌde.ʃi]

Bengaalsbijvoeglijk naamwoord

Bengaleesbijvoeglijk naamwoord

Bangladeshi [Bangladeshis] (person from Bangladesh or of Bangladeshi descent)
noun
[UK: ˌbæŋ.ɡlə.ˈde.ʃi]
[US: ˈbæŋ.lə.ˌde.ʃi]

Bengaalsubstantief
{m}

Bengaalsesubstantief
{f}

Bengaleessubstantief
{m}

Bengalesesubstantief
{f}

Banglaphone (Bengali-speaking)
adjective

Bengaalssprekendebijvoeglijk naamwoord

Bengaalstaligbijvoeglijk naamwoord

Banglaphone (one who speaks Bengali)
noun

Bengaalssprekendesubstantief
{m} {f}

bangs (hair that hangs down over the forehead)
noun
[UK: ˈbæŋz]
[US: ˈbæŋz]

froefroesubstantief
{m}

ponysubstantief
{m}

Bangui (capital of the Central African Republic)
proper noun
[UK: bˈaŋɡwi]
[US: bˈæŋɡwi]

Banguieigennam
{n}

Big Bang (cosmic event)
proper noun
[UK: bɪɡ bæŋ]
[US: ˈbɪɡ ˈbæŋ]

oerknaleigennam
{m}

big bang (explosion creating a universe)
noun
[UK: bɪɡ bæŋ]
[US: ˈbɪɡ ˈbæŋ]

oerknalsubstantief
{m}

flash-bang (a type of grenade)
noun

aanvalshandgranaatsubstantief

flitsgranaatsubstantief

interrobang (the punctuation mark ‽)
noun

interrobangsubstantief

People's Republic of Bangladesh proper noun

Volksrepubliek Bangladesheigennam
{f}

whole shebang (the entire thing)
noun

de hele bendesubstantief
{f}

de hele mikmaksubstantief

de hele rataplansubstantief

de hele reutemeteutsubstantief