Engels-Nederlands woordenboek »

via betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
Nassuvian (inhabitant or a resident of Nassau)
noun

Nassauersubstantief
{m}

Nassausesubstantief
{f}

Nassuvian (of or relating to Nassau)
adjective

Nassausbijvoeglijk naamwoord

Novial (an international auxiliary language)
proper noun

Novialeigennam
{n}

obviate [obviated, obviating, obviates] (to bypass a requirement)
verb
[UK: ˈɒb.vɪeɪt]
[US: ˈɑːb.vi.ˌet]

omzeilenwerkwoord

overbodig makenwerkwoord

obviation (deterrence or prevention)
noun

omzeilingsubstantief
{f}

Peruvian (person from Peru)
noun
[UK: pə.ˈrʊ.vɪən]
[US: pə.ˈruː.viən]

Peruaansubstantief
{m}

Peruaansesubstantief
{f}

Peruviaansubstantief
{m}

Peruviaansesubstantief
{f}

Peruvian (pertaining to Peru)
adjective
[UK: pə.ˈrʊ.vɪən]
[US: pə.ˈruː.viən]

Peruaansbijvoeglijk naamwoord

Peruviaansbijvoeglijk naamwoord

Peruvian slaty antshrike (bird)
noun

grijskap-mierklauwiersubstantief

Plurinational State of Bolivia (official name of Bolivia)
proper noun

Plurinationale Staat Boliviaeigennam
{m}

Plurinationale Staat Boliviëeigennam
{m}

Republic of Latvia (Official name of Latvia)
proper noun
[UK: rɪ.ˈpʌ.blɪk əv ˈlæt.viə]
[US: ri.ˈpʌ.blək əv ˈlæt.viə]

Republiek Letlandeigennam
{f}

Scandinavia (Denmark, Norway, and Sweden)
proper noun
[UK: ˌskæn.də.ˈneɪ.viə]
[US: ˌskæn.də.ˈneɪ.viə]

Scandinaviëeigennam
{n}

Scandinavian (of or relating to Scandinavia)
adjective
[UK: ˌskæn.dɪ.ˈneɪ.vɪən]
[US: ˌskæn.də.ˈneɪ.viən]

Scandinaafsbijvoeglijk naamwoord

Scandinavischbijvoeglijk naamwoord

Scandinavian (someone from Scandinavia)
noun
[UK: ˌskæn.dɪ.ˈneɪ.vɪən]
[US: ˌskæn.də.ˈneɪ.viən]

Scandinaafsubstantief
{m}

Scandinaafsesubstantief
{f}

Scandinaviërsubstantief
{m}

Scandinavischesubstantief
{f}

Scandinavian Peninsula (peninsula in Northern Europe, see also: Scandinavia)
proper noun
[UK: ˌskæn.dɪ.ˈneɪ.vɪən pə.ˈnɪn.sjʊ.lə]
[US: ˌskæn.də.ˈneɪ.viən pə.ˈnɪn.sə.lə]

Scandinaviëeigennam
{n}

Serpukhovian (subdivision of the Carboniferous period)
proper noun

Serpukhovieneigennam

Socialist Federal Republic of Yugoslavia (Yugoslav state that existed from 1943 until 1992)
proper noun

Socialistische Federale Republiek Joegoslaviëeigennam
{f}

standard deviation [standard deviations] (statistical measure)
noun
[UK: ˈstæn.dəd ˌdiː.vɪ.ˈeɪʃ.n̩]
[US: ˈstæn.dərd ˌdi.vi.ˈeɪʃ.n̩]

standaardafwijkingsubstantief
{f}

standaarddeviatiesubstantief
{f}

Syldavia proper noun

Syldaviëeigennam

trivia (insignificant trifles of little importance)
noun
[UK: ˈtrɪ.vɪə]
[US: ˈtrɪ.viə]

triviasubstantief

trivial adjective
[UK: ˈtrɪ.vɪəl]
[US: ˈtrɪ.viəl]

onbeduidendbijvoeglijk naamwoord

Varsovian (of, from or relating to Warsaw)
adjective

Warschauerbijvoeglijk naamwoord

Warschausbijvoeglijk naamwoord

Varsovian (someone from Warsaw)
noun

Warschauersubstantief
{m}

Warschausesubstantief
{f}

vivianite (mineral)
noun
[UK: vˈɪvɪˌanaɪt]
[US: vˈɪvɪˌænaɪt]

vivianietsubstantief

Yugoslavia (former country in the Balkans)
proper noun
[UK: ˌjuː.ɡəʊ.ˈslɑː.vɪə]
[US: ˌjuːɡo.ʊ.ˈslɑː.vɪə]

Joegoslaviëeigennam
{n}

Yugoslavian [Yugoslavians] (a native of Yugoslavia)
noun
[UK: ˌjuː.ɡəʊ.ˈslɑː.vɪən]
[US: ˌjuːɡo.ʊ.ˈslɑː.vɪən]

Joegoslaafsubstantief
{m}

Joegoslaviërsubstantief
{m}

1234

Zoek geschiedenis