Engels-Nederlands woordenboek »

valid betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
valid (acceptable, proper or correct)
adjective
[UK: ˈvæ.lɪd]
[US: ˈvæ.ləd]

geldigbijvoeglijk naamwoord

validate [validated, validating, validates] (to render valid)
verb
[UK: ˈvæ.lɪ.deɪt]
[US: ˈvæ.lə.det]

validerenwerkwoord

validation [validations] (the act of validating something)
noun
[UK: ˈvæ.lɪ.deɪʃ.n̩]
[US: ˌvæ.lə.ˈdeɪʃ.n̩]

valideringsubstantief
{f}

validity [validities] (the state of being valid, authentic or genuine)
noun
[UK: və.ˈlɪ.dɪ.ti]
[US: və.ˈlɪ.də.ti]

geldigheidsubstantief
{f}

invalid (not valid)
adjective
[UK: ɪn.ˈvæ.lɪd]
[US: ˈɪn.və.ləd]

ongeldigbijvoeglijk naamwoord

invalid (person with a handicap or disability)
noun
[UK: ɪn.ˈvæ.lɪd]
[US: ˈɪn.və.ləd]

gehandicaptesubstantief
{m} {f}

invalidesubstantief
{m} {f}

invalid (sick person)
noun
[UK: ɪn.ˈvæ.lɪd]
[US: ˈɪn.və.ləd]

bedlegerigesubstantief
{m} {f}

ziekesubstantief
{m} {f}

invalidate [invalidated, invalidating, invalidates] (to make invalid)
verb
[UK: ɪn.ˈvæ.lɪ.deɪt]
[US: ˌɪn.ˈvæ.lə.ˌdet]

ontkrachtenwerkwoord

Zoek geschiedenis