Engels-Nederlands woordenboek »

under betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
under (at a lower level than)
preposition
[UK: ˈʌnd.ə(r)]
[US: ˈʌnd.r̩]

onderpreposition

under (less than)
preposition
[UK: ˈʌnd.ə(r)]
[US: ˈʌnd.r̩]

minder danpreposition

under- (under (in any sense): insufficient, insufficiently)
adjective
[UK: ˈʌnd.ə(r)]
[US: ˈʌnd.r̩]

onderbijvoeglijk naamwoord
{f}

under the influence (intoxicated)
adverb

onder invloed van alcoholbijwoord

under the knife (undergoing a surgical procedure)
preposition

onder het mespreposition

under the rug preposition

onder het kleedpreposition

under the stars preposition

onder de blote hemelpreposition

under way (in operation or in process)
preposition
[UK: ˈʌnd.ə(r) ˈweɪ]
[US: ˈʌnd.r̩ ˈweɪ]

op wegpreposition

underage (still a minor)
adjective
[UK: ˌʌnd.ər.ˈeɪdʒ]
[US: ˌʌnd.ər.ˈeɪdʒ]

minderjarigbijvoeglijk naamwoord

undercooked (insufficiently cooked)
adjective
[UK: ˌʌnd.ə.ˈkʊkt]
[US: ˌʌnd.r̩ˈkʊkt]

niet gaar genoegbijvoeglijk naamwoord

undercooked (not overcooked)
adjective
[UK: ˌʌnd.ə.ˈkʊkt]
[US: ˌʌnd.r̩ˈkʊkt]

niet te gaarbijvoeglijk naamwoord

underdog [underdogs] (competitor thought unlikely to win)
noun
[UK: ˈʌn.də.dɒɡ]
[US: ˈʌn.dər.ˌdɔːɡ]

underdogsubstantief
{m}

underestimate [underestimates] (an estimate that is too low)
noun
[UK: ˌʌn.də.ˈre.stɪ.meɪt]
[US: ˈʌn.də.ˈre.stə.ˌmet]

onderschattingsubstantief
{f}

underestimate [underestimated, underestimating, underestimates] (to perceive as having lower value)
verb
[UK: ˌʌn.də.ˈre.stɪ.meɪt]
[US: ˈʌn.də.ˈre.stə.ˌmet]

onderschattenwerkwoord

underfermented (insufficiently fermented)
verb

ondergistendwerkwoord

underfloor heating (heating system that operates from under the floor)
noun

vloerverwarmingsubstantief
{f}

undergarment [undergarments] (any garment worn underneath others)
noun
[UK: ˈʌn.də.ɡɑː.mənt]
[US: ˈʌn.dər.ˌɡɑːr.mənt]

onderkledingstuksubstantief

undergo [underwent, undergone, undergoing, undergoes] (to experience)
verb
[UK: ˌʌn.də.ˈɡəʊ]
[US: ˌʌn.dərˈɡo.ʊ]

ondergaanwerkwoord

underground (below the ground, see also: subterranean)
adjective
[UK: ˈʌn.də.ɡraʊnd]
[US: ˈʌn.dər.ˌɡrɑːwnd]

ondergrondsbijvoeglijk naamwoord

underground (outside the mainstream)
adjective
[UK: ˈʌn.də.ɡraʊnd]
[US: ˈʌn.dər.ˌɡrɑːwnd]

undergroundbijvoeglijk naamwoord
{m}

underhand (dishonest and sneaky)
adjective
[UK: ˈʌn.də.hænd]
[US: ˈʌn.də.hænd]

achterbaksbijvoeglijk naamwoord

underhanded (from below)
adjective
[UK: ˈʌn.də.hæn.dɪd]
[US: ˈʌn.dər.ˈhæn.dəd]

onderhandsbijvoeglijk naamwoord

underhanded (sly)
adjective
[UK: ˈʌn.də.hæn.dɪd]
[US: ˈʌn.dər.ˈhæn.dəd]

gluiperigbijvoeglijk naamwoord

underlie [underlay, underlain, underlying, underlies] (to serve as a basis of)
verb
[UK: ˌʌn.də.ˈlaɪ]
[US: ˌʌn.dər.ˈlaɪ]

ten grondslag liggen aanwerkwoord

underling [underlings] (a subordinate, or person of lesser rank or authority)
noun
[UK: ˈʌn.dəl.ɪŋ]
[US: ˈʌn.dərl.ɪŋ]

ondergeschiktesubstantief

underlying (implicit)
adjective
[UK: ˌʌn.də.ˈlaɪ.ɪŋ]
[US: ˌʌn.dər.ˈlaɪ.ɪŋ]

achterliggendbijvoeglijk naamwoord

underlying (lying underneath)
adjective
[UK: ˌʌn.də.ˈlaɪ.ɪŋ]
[US: ˌʌn.dər.ˈlaɪ.ɪŋ]

onderliggendbijvoeglijk naamwoord

undermine [undermined, undermining, undermines] (hinder, sabotage)
verb
[UK: ˌʌn.də.ˈmaɪn]
[US: ˈʌn.dər.ˌmaɪn]

ondergravenwerkwoord

ondermijnenwerkwoord

ontwrichtenwerkwoord

underpaid (getting too little financial compensation for one's work)
adjective
[UK: ˌʌn.də.ˈpeɪd]
[US: ˈʌn.dər.ˈpeɪd]

onderbetaaldbijvoeglijk naamwoord

underpin [underpinned, underpinning, underpins] (To give support to)
verb
[UK: ˌʌn.də.ˈpɪn]
[US: ˈʌn.dər.ˌpɪn]

dragenwerkwoord

ondersteunenwerkwoord

underpin [underpinned, underpinning, underpins] (To support from below with props or masonry)
verb
[UK: ˌʌn.də.ˈpɪn]
[US: ˈʌn.dər.ˌpɪn]

funderenwerkwoord

schragenwerkwoord

underpopulated adjective
[UK: ˌʌn.də.ˈpɒ.pjʊ.leɪ.tɪd]
[US: ˌʌn.də.ˈpɒ.pjʊ.leɪ.tɪd]

onderbevolktbijvoeglijk naamwoord

underrated (not given enough recognition)
adjective
[UK: ˌʌn.də.ˈreɪ.tɪd]
[US: ən.dər.ˈreɪ.təd]

ondergewaardeerdbijvoeglijk naamwoord

underripe (not yet ripe)
adjective
[UK: ˈʌn.də.ˈraɪp]
[US: ˈʌn.də.ˈraɪp]

onrijpbijvoeglijk naamwoord

undersecretary [undersecretaries] (an administrator immediately subordinate to a head of a government department or to a member of a cabinet)
noun
[UK: ˌʌn.də.ˈse.krə.tri]
[US: ˌʌn.dər.ˈse.krə.ˌte.ri]

onderministersubstantief
{m}

undershorts [undershorts] (underpants)
noun
[UK: ˌʌndəʃˈɔːts]
[US: ˌʌndɚʃˈɔːrts]

onderbroeksubstantief

12