Engels-Nederlands woordenboek »

ton betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
plutonium (chemical element)
noun
[UK: pluː.ˈtəʊ.nɪəm]
[US: pluːˈto.ʊ.niəm]

plutoniumsubstantief
{n}

polytonic (Using the Greek system of diacritics)
adjective

meertonigbijvoeglijk naamwoord

meertonigebijvoeglijk naamwoord

precious stone (gem)
noun
[UK: ˈpre.ʃəs stəʊn]
[US: ˈpre.ʃəs ˈstoʊn]

edelsteensubstantief
{m}

proton [protons] (positively charged nucleon)
noun
[UK: ˈprəʊ.tɒn]
[US: ˈproʊ.tɒn]

protonsubstantief
{n}

push-button (electrical switch)
noun
[UK: pʊʃ ˈbʌt.n̩]
[US: ˈpʊʃ ˈbʌt.n̩]

drukknopsubstantief

radio button (selction button in graphical user interface)
noun

keuzerondjesubstantief
{n}

radioknopsubstantief
{m}

Republic of Estonia (official name of Estonia)
proper noun
[UK: rɪ.ˈpʌ.blɪk əv e.ˈstəʊ.niə]
[US: ri.ˈpʌ.blək əv eˈsto.ʊ.niə]

Republiek Estlandeigennam
{f}

ringtone (sound made by a telephone when ringing)
noun
[UK: ˈrɪŋ.ˌtəʊn]
[US: ˈrɪŋˌtoʊn]

beltoonsubstantief
{m}

ringtonesubstantief
{m}

Rosetta Stone (large inscribed stone)
proper noun
[UK: roˈze.tə stəʊn]
[US: roˈze.tə ˈstoʊn]

Steen van Rosetteeigennam
{m}

runestone (stone with a runic inscription)
noun

runensteensubstantief
{m}

sandstone [sandstones] (sand/clay sedimentary rock)
noun
[UK: ˈsænd.stəʊn]
[US: ˈsændˌstoʊn]

zandsteensubstantief
{m}

Santonian (subdivision of the Late Cretaceous epoch)
proper noun

Santonieneigennam

set in stone (permanent)
adjective
[UK: set ɪn stəʊn]
[US: ˈset ɪn ˈstoʊn]

in steen gebeiteldbijvoeglijk naamwoord

set in stone (to make permanent)
verb
[UK: set ɪn stəʊn]
[US: ˈset ɪn ˈstoʊn]

in steen beitelenwerkwoord

sexton [sextons] (church official)
noun
[UK: ˈsek.stən]
[US: ˈsek.stən]

kostersubstantief
{m}

Siberian stonechat (Saxicola maurus)
noun

Aziatische roodborsttapuitsubstantief
{m}

siltstone (type of rock)
noun

siltsteensubstantief

silver-tongued (eloquent and articulate)
adjective
[UK: ˈsɪl.və(r) tʌŋd]
[US: ˈsɪl.vər ˈtəŋd]

bespraaktbijvoeglijk naamwoord

eloquentbijvoeglijk naamwoord

welbespraaktbijvoeglijk naamwoord

welsprekendbijvoeglijk naamwoord

simpleton [simpletons] (simple-minded naive person lacking common sense)
noun
[UK: ˈsɪmpl.tən]
[US: ˈsɪm.pəl.tən]

domoorsubstantief
{m}

eenvoudigsubstantief
{m}

idiootsubstantief
{m}

simpelesubstantief

singleton [singletons] (math: set)
noun
[UK: ˈsɪŋɡl.tən]
[US: ˈsɪŋ.ɡəl.tən]

eenelementige verzamelingsubstantief
{f}

singleton [singletons] (playing card)
noun
[UK: ˈsɪŋɡl.tən]
[US: ˈsɪŋ.ɡəl.tən]

blote kaartsubstantief
{f}

singletonsubstantief
{m}

singleton [singletons] (single object)
noun
[UK: ˈsɪŋɡl.tən]
[US: ˈsɪŋ.ɡəl.tən]

enkelingsubstantief
{m}

skeleton [skeletons] (system that provides support to an organism)
noun
[UK: ˈske.lɪt.n̩]
[US: ˈske.lət.n̩]

geraamtesubstantief
{n}

skeletsubstantief
{n}

skeleton [skeletons] (very thin person)
noun
[UK: ˈske.lɪt.n̩]
[US: ˈske.lət.n̩]

vel over vleessubstantief
{n}

skeleton in the cupboard (shameful secret)
noun
[UK: ˈske.lɪt.n̩ ɪn ðə ˈkʌb.əd]
[US: ˈske.lət.n̩ ɪn ðə ˈkʌb.ərd]

lijk in de kastsubstantief
{n}

skeleton key (key that opens a range of locks)
noun
[UK: ˈske.lɪtnk.iː]
[US: ˈske.lɪtnk.iː]

lopersubstantief
{m}

slip of the tongue (mistake in speech)
noun
[UK: slɪp əv ðə tʌŋ]
[US: sˈlɪp əv ðə ˈtəŋ]

versprekingsubstantief
{f}

soapstone (soft rock)
noun
[UK: ˈsəʊpstəʊn]
[US: ˈsəʊpstəʊn]

speksteensubstantief
{m}

Sranan Tongo (language)
proper noun

Srananeigennam
{n}

4567

Zoek geschiedenis