Engels-Nederlands woordenboek »

ton betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
metric ton (unit of mass equal to 1000 kilograms)
noun
[UK: ˈme.trɪk tʌn]
[US: ˈme.trɪk ˈtən]

tonsubstantief
{m}

milestone [milestones] (important event)
noun
[UK: ˈmaɪl.stəʊn]
[US: ˈmaɪlˌstoʊn]

keerpuntsubstantief
{n}

milestone [milestones] (one of a series of numbered markers placed along a road at regular intervals)
noun
[UK: ˈmaɪl.stəʊn]
[US: ˈmaɪlˌstoʊn]

mijlpaalsubstantief
{m}

mijlsteensubstantief
{m}

millstone [millstones] (large round stone used for grinding grain)
noun
[UK: ˈmɪl.stəʊn]
[US: ˈmɪlˌstoʊn]

molensteensubstantief
{m}

monotonic adjective
[UK: mənətˈɒnɪk]
[US: mənətˈɑːnɪk]

eentonigbijvoeglijk naamwoord

eentonigebijvoeglijk naamwoord

monotonebijvoeglijk naamwoord

monotoonbijvoeglijk naamwoord

monotonous (having an unvarying tone or pitch)
adjective
[UK: mə.ˈnɒ.tə.nəs]
[US: mə.ˈnɑː.tə.nəs]

eentonigbijvoeglijk naamwoord

monotoonbijvoeglijk naamwoord

monotonous (tedious, repetitious or lacking in variety)
adjective
[UK: mə.ˈnɒ.tə.nəs]
[US: mə.ˈnɑː.tə.nəs]

saaibijvoeglijk naamwoord

monotony noun
[UK: mə.ˈnɒ.tə.ni]
[US: mə.ˈnɑː.tə.ni]

eentonigheidsubstantief
{f}

moonstone [moonstones] (translucent gemstone)
noun
[UK: ˈmuːn.stəʊn]
[US: ˈmuːnˌstoʊn]

maansteensubstantief
{m}

mother tongue [mother tongues] (one's native tongue)
noun
[UK: ˈmʌð.ə(r) tʌŋ]
[US: ˈmʌð.r̩ ˈtəŋ]

moedertaalsubstantief
{c}

moerstaalsubstantief
{c}

mutton (the flesh of sheep used as food)
noun
[UK: ˈmʌt.n̩]
[US: ˈmʌt.n̩]

schaapsubstantief
{n}

schapenvleessubstantief
{n}

mutton dressed as lamb (middle-aged or elderly woman dressed in a style more suited to a young woman)
noun

van achteren lyceumsubstantief

van voren museumsubstantief

newton metre (standard unit of torque or energy)
noun

newtonmetersubstantief
{m}

on the tip of one's tongue (known but not quite remembered)
preposition

op het puntje van zijn tongpreposition

parseltongue (language of snakes in Harry Potter)
proper noun

sisselspraakeigennam
{f}

peloton (group of riders formed during a cycling road race; especially, the main group of riders)
noun

pelotonsubstantief
{n}

peritoneum [peritoneums] (serous membrane in mammals)
noun
[UK: ˌpe.rɪ.tə.ˈniəm]
[US: ˌpe.rɪ.tə.ˈniəm]

buikvliessubstantief
{n}

peritoneumsubstantief
{n}

peritonitis [peritonitides] (inflammation of the peritoneum)
noun
[UK: ˌpe.rɪ.tə.ˈnaɪ.tɪs]
[US: ˌpe.rɪ.tə.ˈnaɪ.tɪs]

buikvliesontstekingsubstantief
{f}

peritonitissubstantief
{f}

philosopher's stone noun
[UK: fɪˈlɒsəfəz stəʊn ]
[US: fəˈlɑsəfərz stoʊn ]

steen der wijzensubstantief
{m}

phlogiston [phlogistons] (hypothetical fiery principle)
noun
[UK: flɒ.ˈdʒɪ.stən]
[US: flə.ˈdʒɪ.stən]

flogistonsubstantief
{n}

photon [photons] (quantum of light)
noun
[UK: ˈfəʊ.tɒn]
[US: ˈfoʊ.tɒn]

fotonsubstantief
{n}

lichtdeeltjesubstantief
{n}

photonics (science and technology of generating and controlling photons)
noun

fotonicasubstantief

piston [pistons] (solid disk or cylinder that fits inside a hollow cylinder)
noun
[UK: ˈpɪ.stən]
[US: ˈpɪ.stən]

zuigersubstantief
{m}

piston engine (engines having cylinders containing reciprocating pistons)
noun
[UK: ˈpɪ.stən ˈen.dʒɪn]
[US: ˈpɪ.stən ˈen.dʒən]

zuigermotorsubstantief
{m}

plate tectonics (large-scale movement of tectonic plates)
noun
[UK: pleɪt tek.ˈtɒ.nɪks]
[US: ˈpleɪt tek.ˈtɑː.nɪks]

platentektonieksubstantief
{f}

platonic adjective
[UK: plə.ˈtɒ.nɪk]
[US: plə.ˈtɑː.nɪk]

platonischbijvoeglijk naamwoord

platonic love (intimate but non-sexual affection)
noun
[UK: plə.ˈtɒ.nɪk ˈlʌv]
[US: plə.ˈtɑː.nɪk ˈlʌv]

platonische liefdesubstantief

Platonic solid (Any one of five polyhedra)
noun
[UK: plə.ˈtɒ.nɪk ˈsɒ.lɪd]
[US: plə.ˈtɑː.nɪk ˈsɑː.ləd]

platonisch lichaamsubstantief
{n}

regelmatig veelvlaksubstantief
{n}

3456

Zoek geschiedenis