Engels-Nederlands woordenboek »

sub- betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
sub- (subsidiary, secondary)
adjective
[UK: sʌb]
[US: ˈsəb]

deel-bijvoeglijk naamwoord

sub- (under, beneath)
adjective
[UK: sʌb]
[US: ˈsəb]

onder-bijvoeglijk naamwoord

sub-bijvoeglijk naamwoord

sub-Saharan (pertaining to that part of Africa south of the Sahara)
adjective
[UK: sʌb ˈsæ.hə.rən]
[US: ˈsəb ˈsæ.hə.rən]

Sub-Saharaansbijvoeglijk naamwoord

subarctic (of, relating to, or characteristic of the subarctic)
adjective
[UK: ˈsʌb.ˈɑːk.tɪk]
[US: səb.ˈɑːrk.tɪk]

subarctischbijvoeglijk naamwoord

subatomic (relating to particles that are smaller than an atom)
adjective
[UK: ˌsʌ.bə.ˈtɒ.mɪk]
[US: ˌsʌ.bə.ˈtɑː.mɪk]

subatomairbijvoeglijk naamwoord

subclass [subclasses] (taxonomy)
noun
[UK: sˈʌbklas]
[US: sˈʌbklæs]

subklassesubstantief
{f}

subconsciousness (state of being subconscious)
noun
[UK: ˌsʌbˈk.ɒn.ʃə.snəs]
[US: ˌsʌbˈk.ɒn.ʃə.snəs]

onderbewustzijnsubstantief
{n}

subcontractor [subcontractors] (contractor hired by contractor)
noun
[UK: ˌsʌbk.ən.ˈtræk.tə(r)]
[US: səbˈk.ɑːn.ˌtræk.tər]

onderaannemersubstantief
{m}

subculture [subcultures] (portion of a culture distinguished by its customs or other features)
noun
[UK: ˈsʌbk.ʌl.tʃə(r)]
[US: ˈsʌbˌk.əl.tʃər]

subcultuursubstantief
{f}

subcutaneous (pertaining to the fatty layer under the skin)
adjective
[UK: ˌsʌb.kjuː.ˈteɪ.nɪəs]
[US: ˌsʌb.kjuː.ˈteɪ.nɪəs]

onderhuidsbijvoeglijk naamwoord

subcutaanbijvoeglijk naamwoord

subdiscipline (constrained field of study or work)
noun

deelgebiedsubstantief

subdivide [subdivided, subdividing, subdivides] (To divide into smaller sections)
verb
[UK: ˌsʌb.dɪ.ˈvaɪd]
[US: ˌsʌb.də.ˈvaɪd]

onderverdelenwerkwoord

subdue [subdued, subduing, subdues] (to bring (a country) under control by force)
verb
[UK: səb.ˈdjuː]
[US: səb.ˈduː]

onderwerpenwerkwoord

subdue [subdued, subduing, subdues] (to overcome, quieten, bring under control)
verb
[UK: səb.ˈdjuː]
[US: səb.ˈduː]

onder controle brengenwerkwoord

subdued (Conquered; overpowered; crushed; submissive; mild)
adjective
[UK: səb.ˈdjuːd]
[US: səb.ˈduːd]

beteugeldbijvoeglijk naamwoord

subdued (Not glaring in color; soft in tone)
adjective
[UK: səb.ˈdjuːd]
[US: səb.ˈduːd]

gedemptbijvoeglijk naamwoord

subfamily [subfamilies] (taxonomic category)
noun
[UK: subfa.mi.li]
[US: ˈsəb.ˌfæ.mə.li]

onderfamiliesubstantief
{f}

subfamiliesubstantief
{f}

subheading [subheadings] (heading subdividing a subject)
noun
[UK: ˈsʌb.hed.ɪŋ]
[US: ˈsʌb.hed.ɪŋ]

tussenkopsubstantief
{m}

subitize (to judge (the number of objects in a group))
verb

subitizerenwerkwoord

subject [subjects] (citizen in a monarchy)
noun
[UK: sʌb.ˈdʒekt]
[US: sʌb.ˈdʒekt]

onderdaansubstantief
{m}

onderdanesubstantief
{f}

subject [subjects] (in grammar)
noun
[UK: sʌb.ˈdʒekt]
[US: sʌb.ˈdʒekt]

onderwerp [onderwerpen]substantief
{n}

subject [subjects] (particular area of study)
noun
[UK: sʌb.ˈdʒekt]
[US: sʌb.ˈdʒekt]

vaksubstantief
{n}

vakgebiedsubstantief
{n}

subject [subjected, subjecting, subjects] (to cause to undergo)
verb
[UK: sʌb.ˈdʒekt]
[US: sʌb.ˈdʒekt]

onderwerpenwerkwoord

subject clause (clause which is the subject)
noun

onderwerpszinsubstantief
{m}

subjective (based upon subjective feelings or intuition)
adjective
[UK: səb.ˈdʒek.tɪv]
[US: səb.ˈdʒek.tɪv]

subjectiefbijvoeglijk naamwoord

subjectivism noun
[UK: səb.ˈdʒek.tɪ.vɪ.zəm]
[US: səb.ˈdʒek.tɪ.vɪ.zəm]

subjectivismesubstantief
{n}

subjugate [subjugated, subjugating, subjugates] (to forcibly impose obedience or servitude)
verb
[UK: ˈsʌb.dʒʊ.ɡeɪt]
[US: ˈsʌb.dʒə.ˌɡet]

onderwerpenwerkwoord

subjunctive mood noun
[UK: səb.ˈdʒʌŋk.tɪv muːd]
[US: səb.ˈdʒʌŋk.tɪv ˈmuːd]

aanvoegende wijssubstantief
{m}

bijvoegende wijssubstantief
{m}

conjunctiefsubstantief
{m}

subjunctiefsubstantief
{m}

sublessor (one who sublets)
noun
[UK: ˈsʌ.ble.ˈsɔː]
[US: səb.ˈle.sɔːr]

onderverhuurdersubstantief
{m}

sublet (lease or rent)
verb
[UK: ˌsʌb.ˈlet]
[US: ˈsʌ.ˌblet]

onderverhurenwerkwoord

sublimation [sublimations] (phase transition)
noun
[UK: ˌsʌ.blɪ.ˈmeɪʃ.n̩]
[US: ˌsʌ.blɪ.ˈmeɪʃ.n̩]

vervluchtigensubstantief

Sublime Porte (Ottoman imperial government)
proper noun
[UK: sə.ˈblaɪm ˈpɔːt]
[US: sə.ˈblaɪm ˈpɔːrt]

Hoge Porteeigennam

12