Engels-Nederlands woordenboek »

sic betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
geophysical (of or pertaining to geophysics)
adjective
[UK: ˌdʒɪə.ˈfɪ.zɪk.l̩]
[US: ˌdʒio.ˈfɪ.zək.l̩]

geofysischbijvoeglijk naamwoord

geophysicist [geophysicists] (one who studies geophysics)
noun
[UK: ˌdʒiːəʊ.ˈfɪ.zɪks]
[US: ˌdʒiːo.ʊ.ˈfɪ.zɪks]

geofysicussubstantief
{m}

geophysics (branch of earth science)
noun
[UK: ˌdʒiːəʊ.ˈfɪ.zɪks]
[US: ˌdʒiːo.ʊ.ˈfɪ.zɪks]

geofysicasubstantief
{f}

hammer and sickle (symbol of communism)
noun
[UK: ˈhæ.mə(r) ənd ˈsɪk.l̩]
[US: ˈhæ.mər ænd ˈsɪk.l̩]

hamer en sikkelsubstantief

harpsichord (musical instrument)
noun
[UK: ˈhɑːp.sɪk.ɔːd]
[US: ˈhɑːrp.səˌk.ɔːrd]

klavecimbelsubstantief

harpsichordist (one who plays the harpsichord)
noun
[UK: ˈhɑːp.sɪk.ɔː.dɪst]
[US: ˈhɑːrp.sɪk.ɔːr.dɪst]

klavecimbelspelersubstantief
{m}

homesick (missing one's home or family)
adjective
[UK: ˈhəʊm.sɪk]
[US: ˈhoʊm.sɪk]

heemziekbijvoeglijk naamwoord

heimweebijvoeglijk naamwoord
{m} {f} {n}

homesickness (missing one's home or family)
noun
[UK: ˈhəʊm.sɪk.nəs]
[US: ˈhoʊm.sɪk.nəs]

heimweesubstantief
{n}

house music (type of electronic dance music with an uptempo beat and recurring kickdrum)
noun
[UK: ˈhaʊs ˈmjuː.zɪk]
[US: ˈhaʊs ˈmjuː.zɪk]

housesubstantief
{c}

housemuzieksubstantief
{c}

I'm sick (I'm sick/ill)
phrase

ik ben ziekphrase

intrinsic (inherent)
adjective
[UK: ɪn.ˈtrɪn.sɪk]
[US: ˌɪn.ˈtrɪn.sɪk]

intrinsiekbijvoeglijk naamwoord

intrinsically (in an intrinsic manner, internally, essentially)
adverb
[UK: ɪn.ˈtrɪn.sɪk.l̩i]
[US: ˌɪn.ˈtrɪn.sɪk.ə.li]

innerlijkbijwoord

intrinsiekbijwoord

wezenlijkbijwoord

lackadaisical (showing no interest or enthusiasm)
adjective
[UK: ˌlæk.ə.ˈdeɪ.zɪk.l̩]
[US: ˌlæk.ə.ˈdeɪ.zɪk.l̩]

laksbijvoeglijk naamwoord

lusteloosbijvoeglijk naamwoord

ongeïnteresseerdbijvoeglijk naamwoord

lovesick (having an aching desire for one's beloved)
adjective
[UK: ˈlʌv.sɪk]
[US: ˈlʌv.sɪk]

vlinders in je buikbijvoeglijk naamwoord

lovesickness noun
[UK: lˈʌvsɪknəs]
[US: lˈʌvsɪknəs]

liefdespijnsubstantief
{c}

metaphysical (of or pertaining to metaphysics)
adjective
[UK: ˌme.tə.ˈfɪ.zɪk.l̩]
[US: ˌme.tə.ˈfɪ.zɪk.l̩]

metafysischbijvoeglijk naamwoord

metaphysician [metaphysicians] (A philosopher who specializes in the scholarly study of metaphysics)
noun
[UK: ˌme.tə.fɪ.ˈzɪ.ʃən]
[US: ˌme.tə.fɪ.ˈzɪ.ʃən]

metafysicussubstantief
{m}

metaphysics (branch of philosophy that studies first principles)
noun
[UK: ˌme.tə.ˈfɪ.zɪks]
[US: ˌme.tə.ˈfɪ.zɪks]

metafysicasubstantief

moonsickle (thin crescent of the moon)
noun

maansikkelsubstantief
{f}

motion sickness (nausea or dizziness in a moving vehicle)
noun
[UK: ˈməʊʃ.n̩ ˈsɪk.nəs]
[US: ˈmoʊʃ.n̩ ˈsɪk.nəs]

reisziekte; zeezieksubstantief
{f}

music (sheet music)
noun
[UK: ˈmjuː.zɪk]
[US: ˈmjuː.zɪk]

bladmuzieksubstantief
{f}

partituursubstantief
{f}

music (sound, organized in time in a melodious way)
noun
[UK: ˈmjuː.zɪk]
[US: ˈmjuː.zɪk]

muzieksubstantief
{f}

music box (box that generates or plays music)
noun
[UK: ˈmjuː.zɪk bɒks]
[US: ˈmjuː.zɪk ˈbɑːks]

muziekdoossubstantief
{f}

speeldoossubstantief
{f}

music box noun
[UK: ˈmjuː.zɪk bɒks]
[US: ˈmjuː.zɪk ˈbɑːks]

speelkloksubstantief

music chart (ranking of music)
noun

Hitparadesubstantief

music of the spheres (music produced by celestial bodies)
noun

harmonie der sferensubstantief
{f}

muziek der sferensubstantief
{f}

wereldmuzieksubstantief
{f}

music school (school of music)
noun

muziekschoolsubstantief

music stand (stand for holding sheet music)
noun
[UK: ˈmjuː.zɪk stænd]
[US: ˈmjuː.zɪk ˈstænd]

muziekstandaardsubstantief
{m}

muziekstatiefsubstantief
{n}

notenstandaardsubstantief
{m}

1234

Zoek geschiedenis