Engels-Nederlands woordenboek »

reed betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
freedom to roam (right to access public or privately owned land)
noun

allemansrechtsubstantief

great reed warbler (Acrocephalus arundinaceus)
noun

grote karekietsubstantief
{m}

greed (selfish desire for more than is needed)
noun
[UK: ɡriːd]
[US: ˈɡriːd]

gulzigheidsubstantief
{f}

hebgiersubstantief
{f}

hebgierigheidsubstantief
{f}

hebzuchtsubstantief
{f}

schraapzuchtsubstantief
{f}

greedy [greedier, greediest] (having greed; consumed by selfish desires)
adjective
[UK: ˈɡriː.di]
[US: ˈɡriː.di]

hebzuchtigbijvoeglijk naamwoord

inbreeding (breeding between members of small population)
noun
[UK: ˌɪn.ˈbriːd.ɪŋ]
[US: ˌɪn.ˈbriːd.ɪŋ]

inteeltsubstantief
{f}

interbreed [interbred, interbred, interbreeding, interbreeds] (to breed or reproduce within a heterogenous community, the products of which produce hybrids)
verb
[UK: ˌɪn.tə.ˈbriːd]
[US: ˌɪn.tə.ˈbriːd]

hybridiserenwerkwoord

interbreed [interbred, interbred, interbreeding, interbreeds] (to breed or reproduce within an isolated community)
verb
[UK: ˌɪn.tə.ˈbriːd]
[US: ˌɪn.tə.ˈbriːd]

intelenwerkwoord

Nicene Creed (official creed of the early Christian church stating tenets of the Christian faith)
proper noun

geloofsbelijdenis van Niceaeigennam
{f}

geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopeleigennam
{f}

screed [screeds] (smooth, flat layer of concrete, plaster, or similar material)
noun
[UK: skriːd]
[US: ˈskriːd]

zandcementvloersubstantief
{m}

screed [screeds] (speech or piece of writing which contains angry and extended criticism, see also: diatribe; harangue)
noun
[UK: skriːd]
[US: ˈskriːd]

litaniesubstantief
{f}

screed [screeds] (tool drawn over a wet layer to make it smooth and flat; machine that achieves this effect)
noun
[UK: skriːd]
[US: ˈskriːd]

strijkstoksubstantief
{m}

upbreed (to rear, or bring up; to nurse)
verb

opvoedenwerkwoord

12

Zoek geschiedenis