progenitor betekenis in Nederlands

Engels	Nederlands
progenitor [progenitors] (a predecessor of something) noun [UK: prəʊ.ˈdʒe.nɪ.tə(r)] [US: proʊ.ˈdʒe.nɪ.tə(r)]	voorafbeeldingsubstantief {m} voorlopersubstantief {m}
progenitor [progenitors] (an ancestral form of a species) noun [UK: prəʊ.ˈdʒe.nɪ.tə(r)] [US: proʊ.ˈdʒe.nɪ.tə(r)]	stamvormsubstantief
progenitor [progenitors] (an individual from which (a) people(s) descend) noun [UK: prəʊ.ˈdʒe.nɪ.tə(r)] [US: proʊ.ˈdʒe.nɪ.tə(r)]	patriarchsubstantief {m} stamvadersubstantief {m}
progenitor [progenitors] (any of a person's direct ancestors) noun [UK: prəʊ.ˈdʒe.nɪ.tə(r)] [US: proʊ.ˈdʒe.nɪ.tə(r)]	voorouder [voorouders]substantief {m} voorvadersubstantief {m}
progenitor [progenitors] (someone who originates something) noun [UK: prəʊ.ˈdʒe.nɪ.tə(r)] [US: proʊ.ˈdʒe.nɪ.tə(r)]	geestelijke vadersubstantief {m} grondleggersubstantief {m} stichtersubstantief {m}

Zoek geschiedenis