Engels-Nederlands woordenboek »

heath betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
heath [heaths] (type of land)
noun
[UK: hiːθ]
[US: ˈhiːθ]

heisubstantief
{f}

heidesubstantief
{f}

Heathen (adherent of the Germanic neo-pagan faith of Heathenry)
noun
[UK: ˈhiːð.n̩]
[US: ˈhiːð.n̩]

heidensubstantief
{m} {f}

heathen (not adhering to an Abrahamic religion)
adjective
[UK: ˈhiːð.n̩]
[US: ˈhiːð.n̩]

heidensbijvoeglijk naamwoord

ongelovigbijvoeglijk naamwoord

heathen (person who does not follow an Abrahamic religion)
noun
[UK: ˈhiːð.n̩]
[US: ˈhiːð.n̩]

heidensubstantief
{m} {f}

ongelovigesubstantief
{m} {f}

Heathen (pertaining or adhering to the faith of Heathenry)
adjective
[UK: ˈhiːð.n̩]
[US: ˈhiːð.n̩]

heidensbijvoeglijk naamwoord

heathen (savage)
adjective
[UK: ˈhiːð.n̩]
[US: ˈhiːð.n̩]

barbaarsbijvoeglijk naamwoord

onbeschaafdbijvoeglijk naamwoord

heathen (uncultured or uncivilized person)
noun
[UK: ˈhiːð.n̩]
[US: ˈhiːð.n̩]

barbaarsubstantief
{m}

filistijnsubstantief
{f}

heathendom (state of being heathen)
noun
[UK: ˈhiː.ðən.dəm]
[US: ˈhiː.ðən.dəm]

heidendomsubstantief
{n}

heather (plant)
noun
[UK: ˈhe.ðə(r)]
[US: ˈhe.ðər]

heidesubstantief

heathland noun
[UK: ˈhiːθ.lənd]
[US: ˈhiːθ.lənd]

dopheidesubstantief
{c}

heidesubstantief
{c}

Heathrow (airport in England)
proper noun
[UK: ˈhiː.θrəʊ]
[US: ˈhiːθro.ʊ]

Heiderijeigennam
{f}

leaf sheath noun

bladschedesubstantief
{f}

sheath [sheaths] (long case)
noun
[UK: ʃiːθ]
[US: ˈʃiːθ]

hulssubstantief
{f}

sheathe [sheathed, sheathing, sheathes] (to put (something) into a sheath)
verb
[UK: ʃiːð]
[US: ˈʃiːð]

in de schede stekenwerkwoord

terugtrekkenwerkwoord