Engels-Nederlands woordenboek »

hammer betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
hammer [hammered, hammering, hammers] (figuratively: to emphasize a point repeatedly)
verb
[UK: ˈhæ.mə(r)]
[US: ˈhæ.mər]

inhamerenwerkwoord

op doorhamerenwerkwoord

hammer [hammered, hammering, hammers] (to strike repeatedly)
verb
[UK: ˈhæ.mə(r)]
[US: ˈhæ.mər]

hamerenwerkwoord

timmerenwerkwoord

hammer and sickle (symbol of communism)
noun
[UK: ˈhæ.mə(r) ənd ˈsɪk.l̩]
[US: ˈhæ.mər ænd ˈsɪk.l̩]

hamer en sikkelsubstantief

hammerhead shark (shark of the genus Sphyrna)
noun

hamerhaaisubstantief

claw hammer (hammer with two prongs)
noun
[UK: klɔː ˈhæ.mə(r)]
[US: ˈklɒ ˈhæ.mər]

klauwhamersubstantief
{m}

jackhammer [jackhammers] (portable percussive drill device)
noun
[UK: ˈdʒæk.ˌhæ.mə(r)]
[US: ˈdʒæk.ˌhæ.mər]

drilboorsubstantief
{f}

lump hammer (small sledgehammer)
noun

mokersubstantief
{m}

sledgehammer [sledgehammers] (kind of hammer)
noun
[UK: ˈsledʒ.hæ.mə(r)]
[US: sˈleʤ.ˌhæ.mər]

beukhamersubstantief
{m}

voorhamersubstantief
{m}

use a sledgehammer to crack a nut (idiom)
verb

met een kanon op een mug schietenwerkwoord

war hammer (weapon)
noun

krijgshamersubstantief
{m}

strijdhamersubstantief
{m}

yellowhammer [yellowhammers] (a passerine bird, Emberiza citrinella)
noun
[UK: ˈjɛləʊˌhæmə]
[US: ˈjɛləʊˌhæmə]

geelgorssubstantief
{f}