Engels-Nederlands woordenboek »

etic betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
diamagnetic (exhibiting diamagentism)
adjective
[UK: ˌdaɪə.mæɡ.ˈne.tɪk]
[US: ˌdaɪə.mæg.ˈne.tɪk]

diamagnetischbijvoeglijk naamwoord

eidetic (pertaining to a memory of perfect clarity)
adjective
[UK: aɪdˈetɪk]
[US: aɪdˈeɾɪk]

eidetischbijvoeglijk naamwoord

electromagnetic (pertaining to electromagnetism)
adjective
[UK: ɪ.ˌlek.trəʊ.mæɡ.ˈne.tɪk]
[US: ɪ.ˌlektro.ʊ.mæg.ˈne.tɪk]

elektromagnetischbijvoeglijk naamwoord

electromagnetic interaction noun
[UK: ɪ.ˌlek.trəʊ.mæɡ.ˈne.tɪk ˌɪn.tə.ˈræk.ʃn̩]
[US: ɪ.ˌlektro.ʊ.mæg.ˈne.tɪk ˌɪn.tə.ˈræk.ʃn̩]

elektromagnetische interactiesubstantief
{f}

electromagnetic radiation [electromagnetic radiations] (radiation)
noun
[UK: ɪ.ˌlek.trəʊ.mæɡ.ˈne.tɪk ˌreɪ.dɪ.ˈeɪʃ.n̩]
[US: ɪ.ˌlektro.ʊ.mæg.ˈne.tɪk ˌre.di.ˈeɪʃ.n̩]

elektromagnetische stralingsubstantief

electromagnetic spectrum noun

elektromagnetisch spectrumsubstantief
{n}

epigenetic (related to epigenesis)
adjective
[UK: ˌe.pə.dʒə.ˈne.tɪk]
[US: ˌe.pə.dʒə.ˈne.tɪk]

epigenetischbijvoeglijk naamwoord

epigenetics (study of processes)
noun

epigeneticasubstantief

ferromagnetic (exhibiting ferromagnetism)
adjective
[UK: ˌfe.rəʊ.mæɡ.ˈne.tɪk]
[US: ˌfero.ʊ.mæg.ˈne.tɪk]

ferromagnetischbijvoeglijk naamwoord

frenetic (fast, frantic, harried, or frenzied)
adjective
[UK: frə.ˈne.tɪk]
[US: frə.ˈne.tɪk]

bezetenbijvoeglijk naamwoord

frenetiekbijvoeglijk naamwoord

genetic (caused by genes)
adjective
[UK: dʒɪ.ˈne.tɪk]
[US: dʒə.ˈne.tɪk]

erfelijkbijvoeglijk naamwoord

genetic (relating to genetics or genes)
adjective
[UK: dʒɪ.ˈne.tɪk]
[US: dʒə.ˈne.tɪk]

genetischbijvoeglijk naamwoord

genetic code [genetic codes] (rules by which the sequence of bases in DNA are translated into the amino acid sequence of proteins)
noun
[UK: dʒɪ.ˈne.tɪk kəʊd]
[US: dʒə.ˈne.tɪk koʊd]

genetische codesubstantief
{m}

genetics [genetics] (branch of biology)
noun
[UK: dʒɪ.ˈne.tɪks]
[US: dʒə.ˈne.tɪks]

erfelijkheidsleersubstantief
{f}

geneticasubstantief
{f}

geodetics (science)
noun
[UK: dʒˌiːəʊdˈetɪks]
[US: dʒˌiːoʊdˈeɾɪks]

geodesiesubstantief
{f}

heretic (someone who believes contrary to fundamentals)
noun
[UK: ˈhe.rə.tɪk]
[US: ˈhe.rə.tɪk]

kettersubstantief
{m}

heretical (of or pertaining to heresy or heretics)
adjective
[UK: hɪ.ˈre.tɪk.l̩]
[US: hə.ˈre.tɪk.l̩]

kettersbijvoeglijk naamwoord

hyperkinetic disorder (developmental disorder)
noun

hyperkinetische stoornissubstantief
{f}

hypothetically (in a hypothetical way)
adverb
[UK: ˌhaɪ.pə.ˈθe.tɪk.l̩i]
[US: ˌhaɪ.pə.ˈθe.tɪk.l̩i]

hypothetischbijwoord

International Phonetic Alphabet (standardized symbols for speech)
proper noun
[UK: ˌɪnt.ə.ˈnæʃ.n̩.əl fə.ˈne.tɪk ˈæl.fə.bet]
[US: ˌɪnt.r̩.ˈnæʃ.n̩.əl fə.ˈne.tɪk ˈæl.fə.ˌbet]

Internationaal Fonetisch Alfabeteigennam

kinetic (relating to motion)
adjective
[UK: kɪ.ˈne.tɪk]
[US: kə.ˈne.tɪk]

kinetischbijvoeglijk naamwoord

magnetic (of, relating to, caused by, or operating by magnetism)
adjective
[UK: mæɡ.ˈne.tɪk]
[US: mæg.ˈne.tɪk]

magnetischbijvoeglijk naamwoord

magnetic field [magnetic fields] (a field of magnetic force)
noun
[UK: mæɡ.ˈne.tɪk fiːld]
[US: mæg.ˈne.tɪk ˈfiːld]

magneetveldsubstantief
{n}

magnetisch veldsubstantief
{n}

metic (resident alien in ancient Greece)
noun
[UK: mˈetɪk]
[US: mˈeɾɪk]

metoiksubstantief

meticulous (characterized by very precise, conscientious attention to details)
adjective
[UK: mɪ.ˈtɪ.kjʊ.ləs]
[US: mə.ˈtɪ.kjə.ləs]

acribischbijvoeglijk naamwoord

angstvalligbijvoeglijk naamwoord

meticuleusbijvoeglijk naamwoord

scrupuleusbijvoeglijk naamwoord

molecular genetics (a field of biology)
noun
[UK: mə.ˈle.kjʊ.lə(r) dʒɪ.ˈne.tɪks]
[US: mə.ˈle.kjə.lər dʒə.ˈne.tɪks]

moleculaire geneticasubstantief

monophyletic adjective
[UK: mˌɒnəʊfaɪlˈetɪk]
[US: mˌɑːnoʊfaɪlˈeɾɪk]

monofyletischbijvoeglijk naamwoord

paramagnetic (exhibiting paramagnetism)
adjective
[UK: ˌpæ.rə.ˌmæɡ.ˈne.tɪk]
[US: ˌpæ.rə.ˌmæg.ˈne.tɪk]

paramagnetischbijvoeglijk naamwoord

paraphyletic (Excluding some descendants of the most recent common ancestor)
adjective
[UK: pˌarəfaɪlˈetɪk]
[US: pˌærəfaɪlˈeɾɪk]

parafyletischbijvoeglijk naamwoord

pathetic (arousing pity, sympathy, or compassion)
adjective
[UK: pə.ˈθe.tɪk]
[US: pə.ˈθe.tɪk]

deerniswekkendbijvoeglijk naamwoord

meelijwekkendbijvoeglijk naamwoord

zieligbijvoeglijk naamwoord

pathetic (arousing scorn or contempt)
adjective
[UK: pə.ˈθe.tɪk]
[US: pə.ˈθe.tɪk]

sneubijvoeglijk naamwoord

peripatetic (one who walks about; a pedestrian; an itinerant)
noun
[UK: ˌpe.rɪ.pə.ˈte.tɪk]
[US: ˌpe.rə.pə.ˈte.tɪk]

aanhanger van Aristotelessubstantief

123

Zoek geschiedenis