Engels | Nederlands |
---|---|
emerging (becoming prominent; newly formed; emergent; rising) adjective [UK: ɪ.ˈmɜːdʒ.ɪŋ] [US: ˌɪ.ˈmɝːdʒ.ɪŋ] | blijkenbijvoeglijk naamwoord boven komenbijvoeglijk naamwoord naar buiten komenbijvoeglijk naamwoord zich vertonenbijvoeglijk naamwoord zich voordoenbijvoeglijk naamwoord |
emerge [emerged, emerging, emerges] (to come out of) verb [UK: ɪ.ˈmɜːdʒ] [US: ˌɪ.ˈmɝːdʒ] | opduikenwerkwoord |