Engels-Nederlands woordenboek »

disease betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
disease [diseases] (an abnormal condition of the body causing discomfort or dysfunction)
noun
[UK: dɪ.ˈziːz]
[US: ˌdɪ.ˈziːz]

ziektesubstantief
{f}

Addison's disease [Addison's diseases] noun
[UK: ˈæ.də.sənz dɪ.ˈziːz]
[US: ˈæ.də.sənz ˌdɪ.ˈziːz]

ziekte van Addisonsubstantief
{f}

Alzheimer's disease (mental disorder from brain tissue changes)
noun
[UK: ˈælts.haɪ.məz dɪ.ˈziːz]
[US: ˈælz.ˌhaɪ.mərz ˌdɪ.ˈziːz]

alzheimersubstantief
{?}

ziekte van Alzheimersubstantief
{?}

Bekhterev's disease (disease)
noun

spondylitis ankylopoeticasubstantief
{f}

ziekte van Bechterewsubstantief
{f}

coeliac disease [coeliac diseases] (auto-immune disease characterised by sensitivity of the lining of the small intestine to gluten)
noun

coeliakiesubstantief

Creutzfeldt-Jakob disease (Creutzfeldt–Jakob disease)
noun

ziekte van Creutzfeldt-Jakobsubstantief
{f}

Dutch elm disease (disease of elm trees)
noun

iepziektesubstantief
{f}

foot-and-mouth disease noun
[UK: ˈfʊ.tənd.ˈmaʊθ.dɪ.ˈziːz]
[US: ˈfʊ.tənd.ˈmaʊθ.dɪ.ˈziːz]

mond-en-klauwzeersubstantief

hand, foot and mouth disease (syndrome caused by contagious intestinal viruses)
noun

hand-substantief

voet- en mondziektesubstantief
{f}

infectious disease specialist (specialist)
noun

infectiologesubstantief
{f}

infectioloogsubstantief
{m}

Kawasaki disease (illness)
noun

ziekte van Kawasakisubstantief
{f}

Lyme disease (infection by bacteria of the genus Borrelia)
noun

lymeziektesubstantief
{f}

ziekte van Lymesubstantief
{m}

mad cow disease (informal: bovine spongiform encephalopathy)
noun
[UK: mæd kaʊ dɪ.ˈziːz]
[US: ˈmæd ˈkaʊ ˌdɪ.ˈziːz]

dollekoeienziektesubstantief
{f}

gekkekoeienziektesubstantief
{f}

Marburg disease noun

marburgkoortssubstantief
{f}

Ménière's disease (a disorder of the inner ear)
noun

ziekte van Ménièresubstantief
{f}

Newcastle disease (disease of poultry)
noun

ziekte van Newcastlesubstantief
{f}

Parkinson's disease [Parkinson's diseases] noun
[UK: ˈpɑːk.ɪn.sn̩z dɪ.ˈziːz]
[US: ˈpɑːrk.ən.sn̩z ˌdɪ.ˈziːz]

ziekte van Parkinsonsubstantief
{f}

sexually transmitted disease [sexually transmitted diseases] (disease contracted through sexual contact, see also: venereal disease; STD)
noun
[UK: ˈsek.ʃʊə.li trænz.ˈmɪ.tɪd dɪ.ˈziːz]
[US: ˈsek.ʃuːə.li træn.ˈsmɪ.təd ˌdɪ.ˈziːz]

seksueel overdraagbare aandoeningsubstantief

venereal disease [venereal diseases] (contagious disease spread through sexual intercourse)
noun
[UK: və.ˈnɪə.rɪəl dɪ.ˈziːz]
[US: və.ˈnɪ.riəl ˌdɪ.ˈziːz]

geslachtsziektesubstantief
{f}