Engels-Nederlands woordenboek »

din betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
brood [brooded, brooding, broods] (to keep an egg warm)
verb
[UK: bruːd]
[US: ˈbruːd]

broedenwerkwoord

uitbroedenwerkwoord

brood [brooded, brooding, broods] (to protect)
verb
[UK: bruːd]
[US: ˈbruːd]

behoedenwerkwoord

bud [budded, budding, buds] (to form buds)
verb
[UK: bʌd]
[US: ˈbəd]

ontluikenwerkwoord

building [buildings] (act or process of building)
noun
[UK: ˈbɪld.ɪŋ]
[US: ˈbɪld.ɪŋ]

bouwsubstantief
{m}

bouwensubstantief
{n}

building [buildings] (closed structure with walls and a roof)
noun
[UK: ˈbɪld.ɪŋ]
[US: ˈbɪld.ɪŋ]

gebouwsubstantief
{n}

build [built, built, building, builds] ((transitive) to form by combining materials or parts)
verb
[UK: bɪld]
[US: ˈbɪld]

bouwenwerkwoord

build [built, built, building, builds] ((transitive) to increase or strengthen by adding gradually to)
verb
[UK: bɪld]
[US: ˈbɪld]

opbouwenwerkwoord

building block (component that is part of a larger construction)
noun
[UK: ˈbɪld.ɪŋ ˈblɒk]
[US: ˈbɪld.ɪŋ ˈblɑːk]

bouwsteensubstantief
{m}

building material (any material which is used for construction purposes)
noun
[UK: ˈbɪld.ɪŋ mə.ˈtɪə.rɪəl]
[US: ˈbɪld.ɪŋ mə.ˈtɪ.riəl]

bouwmateriaalsubstantief

by dint of (by the force of; by means of, see also: by means of)
preposition
[UK: baɪ dɪnt əv ˈsʌm.θɪŋ]
[US: baɪ ˈdɪnt əv ˈsʌm.θɪŋ]

dank zijpreposition

cardinal [cardinals] (colour)
noun
[UK: ˈkɑː.dɪn.l̩]
[US: ˈkɑːr.dɪn.l̩]

kardinaalroodsubstantief
{n}

cardinal [cardinals] (number indicating quantity)
noun
[UK: ˈkɑː.dɪn.l̩]
[US: ˈkɑːr.dɪn.l̩]

hoofdtelwoordsubstantief
{n}

cardinal [cardinals] (official of the Catholic Church)
noun
[UK: ˈkɑː.dɪn.l̩]
[US: ˈkɑːr.dɪn.l̩]

kardinaalsubstantief
{m}

cardinal numeral (grammar: word used to represent a cardinal number)
noun
[UK: ˈkɑː.dɪn.l̩ ˈnjuː.mə.rəl]
[US: ˈkɑːr.dɪn.l̩ ˈnuː.mə.rəl]

hoofdtelwoordsubstantief
{n}

cardinal sin noun
[UK: ˈkɑː.dɪn.l̩ sɪn]
[US: ˈkɑːr.dɪn.l̩ ˈsɪn]

hoofdzondesubstantief
{f} {m}

cardinalate (the dignity and ecclestiastic office of Roman Catholic cardinal)
noun
[UK: kˈɑːdɪnˌaleɪt]
[US: kˈɑːrdɪnˌæleɪt]

kardinaalschapsubstantief
{n}

kardinalaatsubstantief
{n}

cardinality ((set theory))
noun
[UK: kˌɑːdɪnˈalɪti]
[US: kˌɑːrdɪnˈælɪɾi]

kardinaliteitsubstantief
{f}

card [carded, carding, cards] (to check IDs)
verb
[UK: kɑːd]
[US: ˈkɑːrd]

controlerenwerkwoord

card [carded, carding, cards] (to use carding device)
verb
[UK: kɑːd]
[US: ˈkɑːrd]

kaardenwerkwoord

Cartesian coordinate (the rectangular coordinates of a point)
noun
[UK: kɑː.ˈtiːz.jən ˌkəʊ.ˈɔː.dɪ.neɪt]
[US: kɑːr.ˈtiː.ʒən ˌkoʊ.ˈɔː.dɪ.neɪt]

cartesiaans assenstelselsubstantief
{n}

cede [ceded, ceding, cedes] (give up)
verb
[UK: siːd]
[US: ˈsiːd]

aftredenwerkwoord

opgevenwerkwoord

uit de weg gaanwerkwoord

clad [cladded, cladded, cladding, clads] (to clothe, to dress, see also: clothe; dress)
verb
[UK: klæd]
[US: ˈklæd]

kledenwerkwoord

code [coded, coding, codes] (cryptography: to encode)
verb
[UK: kəʊd]
[US: koʊd]

coderenwerkwoord

code [coded, coding, codes] (write software programs)
verb
[UK: kəʊd]
[US: koʊd]

programmerenwerkwoord

coincide [coincided, coinciding, coincides] (to occupy exactly the same space)
verb
[UK: ˌkəʊɪn.ˈsaɪd]
[US: ˌkoʊɪn.ˈsaɪd]

coïnciderenwerkwoord

samenvallenwerkwoord

collide [collided, colliding, collides] (to impact directly, especially if violent)
verb
[UK: kə.ˈlaɪd]
[US: kə.ˈlaɪd]

botsenwerkwoord

collude [colluded, colluding, colludes] (to conspire)
verb
[UK: kə.ˈluːd]
[US: kə.ˈluːd]

colluderenwerkwoord

samenspannenwerkwoord

samenzwerenwerkwoord

command [commanded, commanding, commands] (to order)
verb
[UK: kə.ˈmɑːnd]
[US: kə.ˈmænd]

bevelenwerkwoord

commanderenwerkwoord

commend [commended, commending, commends] (to praise)
verb
[UK: kə.ˈmend]
[US: kə.ˈmend]

prijzenwerkwoord

comprehend [comprehended, comprehending, comprehends] (to understand)
verb
[UK: ˌkɒm.prɪ.ˈhend]
[US: ˌkɑːm.pri.ˈhend]

begrijpenwerkwoord

bevattenwerkwoord

3456

Zoek geschiedenis