diamond betekenis in Nederlands

Engels	Nederlands
diamond (to adorn with diamonds) verb [UK: ˈdaɪə.mənd] [US: ˈdaɪ.mənd]	inleggen met diamantwerkwoord
diamond [diamonds] (uncountable: mineral) noun [UK: ˈdaɪə.mənd] [US: ˈdaɪ.mənd]	diamantsubstantief {n}
diamonds (one of the four suits of playing cards, marked with the symbol ♦) noun [UK: ˈdaɪə.məndz] [US: ˈdaɪ.məndz]	koekensubstantief {m} {f} ruitensubstantief {m} {f}
blood diamond (1. a diamond that has been mined in a war zone and sold in order to finance the conflict) noun	bloeddiamantsubstantief {m} conflictdiamantsubstantief {m}
jack of diamonds (playing card) noun	ruitenboersubstantief {m}
queen of diamonds (playing card) noun	ruitenvrouwsubstantief {f}
western diamondback rattlesnake [western diamondback rattlesnakes] (Crotalus atrox) noun [UK: ˈwe.stən] [US: ˈwe.stərn]	Texaanse ratelslangsubstantief

Zoek geschiedenis