Engels-Nederlands woordenboek »

cult betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
occult (related to the occult)
adjective
[UK: ɒˈkʌlt]
[US: əˈkəlt]

occultbijvoeglijk naamwoord

occult (secret; hidden from general knowledge; undetected)
adjective
[UK: ɒˈkʌlt]
[US: əˈkəlt]

latentbijvoeglijk naamwoord

verborgenbijvoeglijk naamwoord

occult (supernatural affairs)
noun
[UK: ɒˈkʌlt]
[US: əˈkəlt]

occultesubstantief
{n}

occultismesubstantief
{n}

occult [occulted, occulting, occults] (to cover)
verb
[UK: ɒˈkʌlt]
[US: əˈkəlt]

bedekkenwerkwoord

verduisterenwerkwoord

occultation [occultations] (astronomical event)
noun
[UK: ˌɒkəltˈeɪʃən]
[US: ˌɑːkəltˈeɪʃən]

bedekkingsubstantief

occultatiesubstantief

pisciculture (rearing of fish)
noun
[UK: ˈpɪ.sɪk.ʌl.tʃə]
[US: ˈpɪ.sɪˌk.ʌl.tʃər]

viskweeksubstantief
{m}

visteeltsubstantief
{f}

rape culture noun

verkrachtingscultuursubstantief
{f}

silviculture (forestry)
noun
[UK: ˈsɪl.vɪk.ʌl.tʃə]
[US: ˈsɪl.vəˌk.ʌl.tʃər]

bosbouwsubstantief
{m}

subculture [subcultures] (portion of a culture distinguished by its customs or other features)
noun
[UK: ˈsʌbk.ʌl.tʃə(r)]
[US: ˈsʌbˌk.əl.tʃər]

subcultuursubstantief
{f}

uncultivated (not cultivated (land))
adjective
[UK: ʌnˈk.ʌl.tɪ.veɪ.tɪd]
[US: ʌnˈk.ʌl.tɪ.veɪ.tɪd]

onbebouwdbijvoeglijk naamwoord

uncultivated (uncivilized)
adjective
[UK: ʌnˈk.ʌl.tɪ.veɪ.tɪd]
[US: ʌnˈk.ʌl.tɪ.veɪ.tɪd]

onbeschaafdbijvoeglijk naamwoord

viticulture (agricultural practice of growing grape vines)
noun
[UK: ˈvɪ.tɪk.ʌl.tʃə]
[US: ˈvɪ.təˌk.ʌl.tʃər]

wijnbouwsubstantief
{m}

12

Zoek geschiedenis