Nederlands-Engels woordenboek »

bosbouw betekenis in Engels

NederlandsEngels
bosbouw substantief
{m}

forestry [forestries](art and practice of planting and growing trees)
noun
[UK: ˈfɒ.rə.stri] [US: ˈfɔː.rə.stri]

silviculture(forestry)
noun
[UK: ˈsɪl.vɪk.ʌl.tʃə] [US: ˈsɪl.vəˌk.ʌl.tʃər]

bosbouwkunde substantief
{m}

forestry [forestries](science of planting and growing trees)
noun
[UK: ˈfɒ.rə.stri] [US: ˈfɔː.rə.stri]

commerciële bosbouw substantief
{m}

forestry [forestries](art of cultivating, exploiting and renewing forests for commercial purposes)
noun
[UK: ˈfɒ.rə.stri] [US: ˈfɔː.rə.stri]

Zoek geschiedenis