Engels-Nederlands woordenboek »

creep betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
creep [creeps] (informal: annoyingly unpleasant person)
noun
[UK: kriːp]
[US: ˈkriːp]

engerdsubstantief
{m}

griezelsubstantief
{m}

creep [creeps] (movement of something that creeps)
noun
[UK: kriːp]
[US: ˈkriːp]

kruipsubstantief
{m}

creep [crept, crept, creeping, creeps] (to change or deviate gradually)
verb
[UK: kriːp]
[US: ˈkriːp]

opschuivenwerkwoord

creep [crept, crept, creeping, creeps] (to grow across a surface rather than upwards)
verb
[UK: kriːp]
[US: ˈkriːp]

kruipenwerkwoord

creepy [creepier, creepiest] (producing a fearful sensation)
adjective
[UK: ˈkriː.pi]
[US: ˈkriː.pi]

griezeligbijvoeglijk naamwoord

Eurasian treecreeper (Certhia familiaris)
noun

kortsnavelboomkruipersubstantief
{m}

taigaboomkruipersubstantief
{m}

short-toed treecreeper (Certhia brachydactyla)
noun

boomkruipersubstantief
{m}

treecreeper noun

boomkruipersubstantief
{m}