Engels-Nederlands woordenboek »

communication betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
communication [communications] (concept of exchanging information)
noun
[UK: kə.ˌmjuː.nɪˈk.eɪʃ.n̩]
[US: kə.ˌmjuː.nəˈk.eɪʃ.n̩]

communicatiesubstantief

verbindingsubstantief
{f}

excommunication [excommunications] (act of excommunicating, disfellowshipping or ejecting)
noun
[UK: ˌek.skə.ˌmjuː.nɪˈk.eɪʃ.n̩]
[US: ˌek.skə.ˌmjuː.nəˈk.eɪʃ.n̩]

excommunicatiesubstantief
{f}

information and communications technology (processing of data using computers, and the movement of data between computers)
noun

informatie- en communicatietechnologiesubstantief
{f}

miscommunication [miscommunications] noun
[UK: ˌmɪ.skə.ˌmjuː.nəˈk.eɪ.ʃən]
[US: ˌmɪ.skə.ˌmjuː.nəˈk.eɪ.ʃən]

miscommunicatiesubstantief
{f}