Engels-Nederlands woordenboek »

awaken betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
awaken [awakened, awakening, awakens] (intransitive: to stop sleeping)
verb
[UK: ə.ˈweɪkən]
[US: ə.ˈweɪkən]

wakker wordenwerkwoord

zich opwekkenwerkwoord

awaken [awakened, awakening, awakens] (transitive: to cause to become awake)
verb
[UK: ə.ˈweɪkən]
[US: ə.ˈweɪkən]

wakker makenwerkwoord

wekkenwerkwoord