Engels-Nederlands woordenboek »

ass betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
grass widow (woman whose husband is away)
noun
[UK: ˈɡrɑːs.ˈwɪ.dəʊ]
[US: ˈɡrɑːs.ˈwɪ.dəʊ]

onbestorven weduwesubstantief
{f}

grass widowhood (state of being a grass widow)
noun

groen weduwschapsubstantief
{n}

grasshopper (an insect of the order Orthoptera)
noun
[UK: ˈɡrɑːs.hɒ.pə(r)]
[US: ˈɡræs.ˌhɑː.pər]

sprinkhaansubstantief
{m}

grassland [grasslands] (an area dominated by grass or grasslike vegetation)
noun
[UK: ˈɡrɑː.slænd]
[US: ˈɡræs.ˌlænd]

graslandsubstantief
{n}

grassroots democracy (processes)
noun

basisdemocratiesubstantief
{f}

harass [harassed, harassing, harasses] (to annoy (someone) frequently or systematically, see also: pester)
verb
[UK: ˈhæ.rəs]
[US: hə.ˈræs]

pestenwerkwoord

harass [harassed, harassing, harasses] (to put excessive burdens upon (someone))
verb
[UK: ˈhæ.rəs]
[US: hə.ˈræs]

kwellenwerkwoord

vervolgenwerkwoord

harassment [harassments] (deliberate pestering or annoying)
noun
[UK: ˈhæ.rə.smənt]
[US: hə.ˈræ.smənt]

pesterijsubstantief
{f}

hassium (chemical element with atomic number 108)
noun
[UK: hˈasiəm]
[US: hˈæsiəm]

hassiumsubstantief
{n}

hassle [hassles] (action which is not worth the difficulty involved)
noun
[UK: ˈhæs.l̩]
[US: ˈhæs.l̩]

poehasubstantief
{m} {n}

hospital pass (a poorly executed pass)
noun

ziekenhuisbalsubstantief
{m}

hourglass (clock)
noun
[UK: ˈaʊə.ɡlɑːs]
[US: ˈaʊər.ˌɡlæs]

zandlopersubstantief
{m}

hourglass figure (a human body shape resembling an hourglass)
noun

wespentaillesubstantief

I lost my glasses phrase

ik heb mijn bril verlorenphrase

impassive (having, or revealing, no emotion)
adjective
[UK: ɪm.ˈpæ.sɪv]
[US: ˌɪm.ˈpæ.sɪv]

gevoelloosbijvoeglijk naamwoord

onbewogenbijvoeglijk naamwoord

ongeëmotioneerdbijvoeglijk naamwoord

in passing (incidentally)
preposition

en passantpreposition

in het voorbijgaanpreposition

terloopspreposition

isinglass (gelatine obtained from fish)
noun
[UK: ˈaɪ.zɪŋ.ɡlɑːs]
[US: ˈaɪ.zɪŋ.ɡlæs]

vislijmsubstantief
{m}

jackass [jackasses] (male donkey)
noun
[UK: ˈdʒækæs]
[US: ˈdʒæˌkæs]

ezelsubstantief
{m}

Khakassia (a republic of central south Russia)
proper noun

Chakassiëeigennam
{n}

lamassu (Assyrian protective deity)
noun

stiermansubstantief

landmass [landmasses] (large continuous area of land)
noun
[UK: ˈlænd.ˌmæs]
[US: ˈlænd.ˌmæs]

landmassasubstantief
{f}

lassitude (lethargy)
noun
[UK: ˈlæ.sɪ.tjuːd]
[US: ˈlæ.sɪ.tjuːd]

loomheidsubstantief
{f}

lusteloosheidsubstantief
{f}

matheidsubstantief
{f}

lemongrass [lemongrasses] (species of grass of the genus Cymbopogon)
noun
[UK: lˈeməŋɡrˌas]
[US: lˈeməŋɡrˌæs]

citroengrassubstantief
{n}

magnifying glass [magnifying glasses] (instrument)
noun
[UK: ˈmæɡ.nɪ.faɪɪŋ.ˈɡlɑːs]
[US: ˈmæɡ.nɪ.faɪɪŋ.ˈɡlɑːs]

loepsubstantief
{f}

vergrootglassubstantief
{n}

marcassin (young wild boar)
noun

everjongsubstantief
{n}

frislingsubstantief
{m}

mass [massed, massing, masses] (celebrate Mass)
verb
[UK: mæs]
[US: ˈmæs]

misvierenwerkwoord

vierenwerkwoord

mass [massed, massing, masses] (form or collect into a mass)
verb
[UK: mæs]
[US: ˈmæs]

ophopenwerkwoord

samenhopenwerkwoord

samennemenwerkwoord

mass (involving a mass of things)
adjective
[UK: mæs]
[US: ˈmæs]

massa-bijvoeglijk naamwoord

6789

Zoek geschiedenis