rat meaning in German

Dutch	German
oratie substantief	die Rede [der Rede; die Reden]Substantiv
oratie m	der Vortrag [des Vortrags, des Vortrages; die Vorträge]Substantiv
oratorium o	das Oratorium [des Oratoriums; die Oratorien]Substantiv
plutocratie substantief	die Plutokratie [der Plutokratie; die Plutokratien]Substantiv
prat bijvoeglijk naamwoord	hochfahrendAdjektiv hochmütig [hochmütiger; am hochmütigsten]Adjektiv stolz [stolzer; am stolzesten]Adjektiv
praten v	plaudern [plauderte; hat geplaudert]Verb reden [redete; hat geredet über +AKK]Verb schwatzen [schwatzte; hat geschwatzt]Verb sprechenVerb
procuratie substantief	die Prokura [der Prokura; die Prokuren]Substantiv
procuratiehouder m	der Prokurist [des Prokuristen; die Prokuristen]Substantiv
regeneratie substantief	die Regeneration [der Regeneration; die Regenerationen]Substantiv
reparatie substantief	die Reparatur [der Reparatur; die Reparaturen]Substantiv
restauratie substantief	die Restauration [der Restauration; die Restaurationen]Substantiv
restauratie o	das Restaurant [des Restaurants; die Restaurants]Substantiv
staatsadministratie substantief	die Regie [der Regie; die Regien]Substantiv
strategie substantief	die Strategie [der Strategie; die Strategien]Substantiv
stratenmaker m	Steinsetzer
temperatuur substantief	die Temperatur [der Temperatur; die Temperaturen]Substantiv
temperatuur o Jägersprache	die Witterung [der Witterung; die Witterungen] (Wetter während eines bestimmten Zeitraums)Substantiv
theocratie substantief	die Theokratie [der Theokratie; die Theokratien]Substantiv
vibratie substantief	die Vibration [der Vibration; die Vibrationen]Substantiv
vibratie v	Vibrieren
wrat substantief	die Warze [der Warze; die Warzen]Substantiv

«<1 23↑

rat meaning in German

Your history

Online dictionaries

Might be interested