Dutch-German dictionary »

ontaard meaning in German

DutchGerman
ontaard bijvoeglijk naamwoord

degeneriertAdjektiv

ontaarden werkwoord

ausarten [artete aus; ist ausgeartet] (in + Akkusativ / zu + Dativ)Phrase

degenerieren [degenerierte; ist degeneriert]Verb

entarten [entartete; ist entartet]Verb