Dutch-German dictionary »

noest meaning in German

DutchGerman
noest bijvoeglijk naamwoord

eifrig [eifriger; am eifrigsten]Adjektiv

knoest substantief

die Beule [der Beule; die Beulen]Substantiv

die Knolle [der Knolle; die Knollen]Substantiv

knoest m

der Knoten [des Knotens; die Knoten]Substantiv