Dutch-English dictionary »

uitgesproken meaning in English

DutchEnglish
uitgesproken bijvoeglijk naamwoord

forthright(straightforward; not evasive)
adjective
[UK: ˈfɔː.θraɪt] [US: ˈfɔːr.ˈθraɪt]

onuitgesproken bijvoeglijk naamwoord

pent-up(not expressed)
adjective
[UK: ˌpent ˈʌp] [US: ˌpent ˈʌp]