tiende meaning in English

Dutch	English
tiende bijvoeglijk naamwoord	tenth(ordinal form of ten, see also: 10th) adjective [UK: tenθ] [US: ˈtenθ]
tiende deel substantief	tithe [tithes](tax paid to the Church) noun [UK: taɪð] [US: ˈtaɪð]
achttiende bijvoeglijk naamwoord	eighteenth(the ordinal form of the number eighteen, see also: 18th) adjective [UK: ˌeɪ.ˈtiːnθ] [US: e.ˈtiːnθ]
achttiende substantief {m} {f}	eighteenth(the person or thing in the eighteenth position) noun [UK: ˌeɪ.ˈtiːnθ] [US: e.ˈtiːnθ]
dertiende bijvoeglijk naamwoord	thirteenth(ordinal form of thirteen, see also: 13th) adjective [UK: ˌθɜː.ˈtiːnθ] [US: ˈθɝː.ˈtiːnθ]
negentiende bijvoeglijk naamwoord	nineteenth(the ordinal form of the number nineteen, see also: 19th) adjective [UK: ˌnaɪn.ˈtiːnθ] [US: ˈnaɪn.ˈtiːnθ]
veertiende bijvoeglijk naamwoord	fourteenth(ordinal form of the number fourteen, see also: 14th) adjective [UK: ˌfɔː.ˈtiːnθ] [US: fɔːr.ˈtiːnθ]
vijftiende bijvoeglijk naamwoord	fifteenth(ordinal form of number fifteen, see also: 15th) adjective [UK: ˌfɪf.ˈtiːnθ] [US: ˌfɪf.ˈtiːnθ]
zestiende bijvoeglijk naamwoord	sixteenth(the ordinal form of the number sixteen, see also: 16th) adjective [UK: siːk.ˈstiːnθ] [US: sɪk.ˈstiːnθ]
zeventiende bijvoeglijk naamwoord	seventeenth(ordinal number, see also: 17th) adjective [UK: ˌsevn.ˈtiːnθ] [US: ˈse.vən.ˈtiːnθ]

Your history