Dutch | English |
---|---|
staal substantief {n} | steel(metal produced from iron) |
staalachtig bijvoeglijk naamwoord | steelyadjective |
staalbedrijf substantief {n} | steelworks [steelworks](place where steel is manufactured and/or shaped) |
staalborsthoningzuiger substantief | olive-backed sunbird(Cinnyris jugularis) |
staalfabriek substantief {f} | mill [mills](manufacturing plant) steelworks [steelworks](place where steel is manufactured and/or shaped) |
staalproducent substantief {m} | steelworks [steelworks](place where steel is manufactured and/or shaped) |
ambtstaal substantief {f} | official language(language) vernacular [vernaculars](national language) |
distaal bijvoeglijk naamwoord | distal(remote from the point of attachment or origin) |
intercostaal bijvoeglijk naamwoord | intercostal(anatomy: between the ribs of an animal or person) |
landstaal substantief {f} | vernacular [vernaculars](national language) |
lichaamstaal substantief {f} | body language(non-verbal communication) |
minderheidstaal substantief | minority language(language spoken by a minority) |
moerstaal substantief {c} | mother tongue [mother tongues](one's native tongue) |
omgangstaal substantief {f} | vernacular [vernaculars](everyday speech) |
vestaalse maagd substantief {f} | vestal virgin(servant of Vesta) |
volkstaal substantief {f} | vernacular [vernaculars](national language) |