Dutch-English dictionary »

slowaak meaning in English

DutchEnglish
Slowaak substantief
{m}

Slovak [Slovaks](native of Slovakia)
noun
[UK: ˈsləʊv.æk] [US: ˈsloʊv.æk]

Slowaaks bijvoeglijk naamwoord

Slovak(of Slovakia or its language)
adjective
[UK: ˈsləʊv.æk] [US: ˈsloʊv.æk]

Slowaaks substantief
{n}

Slovak [Slovaks](language of Slovakia)
noun
[UK: ˈsləʊv.æk] [US: ˈsloʊv.æk]

Slowaakse substantief
{f}

Slovak [Slovaks](native of Slovakia)
noun
[UK: ˈsləʊv.æk] [US: ˈsloʊv.æk]

Slowaakse Republiek eigennam
{f}

Slovak Republic(official name of Slovakia)
proper noun
[UK: ˈsləʊv.æk rɪ.ˈpʌ.blɪk] [US: ˈsloʊv.æk ri.ˈpʌ.blək]