Dutch-English dictionary »

onschadelijk meaning in English

DutchEnglish
onschadelijk bijvoeglijk naamwoord

harmless(incapable of causing harm or danger)
adjective
[UK: ˈhɑːm.ləs] [US: ˈhɑːrm.ləs]

innocuous(harmless)
adjective
[UK: ɪ.ˈnɒ.kjʊəs] [US: ˌɪ.ˈnɑː.kjuːəs]

onschadelijk maken werkwoord

defuse [defused, defusing, defuses](to remove the fuse from a bomb)
verb
[UK: ˌdiː.ˈfjuːz] [US: də.ˈfjuːz]