Dutch-English dictionary »

letter meaning in English

DutchEnglish
sletterig bijvoeglijk naamwoord

slutty(Of or resembling a slut)
adjective
[UK: slˈʌti] [US: slˈʌɾi]

splitsing in lettergrepen substantief
{f}

hyphenation [hyphenations](inclusion and location of hyphens)
noun
[UK: ˈhaɪ.fə.neɪʃ.n̩] [US: ˈhaɪ.fə.neɪʃ.n̩]

tienlettergrepig bijvoeglijk naamwoord

decasyllabic(having ten syllables)
adjective
[UK: ˌdek.ə.sɪ.ˈlæ.bɪk] [US: ˌdek.ə.sɪ.ˈlæ.bɪk]

twaalflettergrepig bijvoeglijk naamwoord

dodecasyllabic(of twelve syllables)
adjective

tweelettergrepig bijvoeglijk naamwoord

disyllabic(comprising two syllables)
adjective
[UK: ˌdɪ.sɪ.ˈlæ.bɪk] [US: ˌdɪ.sɪ.ˈlæ.bɪk]

verpletterd bijvoeglijk naamwoord

crushed(pulverised)
adjective
[UK: krʌʃt] [US: ˈkrəʃt]

verpletteren werkwoord

crush [crushed, crushing, crushes](to press or bruise between two hard bodies)
verb
[UK: krʌʃ] [US: ˈkrəʃ]

trounce [trounced, trouncing, trounces](to beat thoroughly, to defeat heavily)
verb
[UK: traʊns] [US: ˈtraʊns]

verpletterend bijvoeglijk naamwoord

crushing(that crushes)
adjective
[UK: ˈkrʌʃ.ɪŋ] [US: ˈkrʌʃ.ɪŋ]

smashing(wonderful)
adjective
[UK: ˈsmæʃ.ɪŋ] [US: ˈsmæʃ.ɪŋ]

verplettering substantief
{f}

debacle [debacles](event or enterprise that ends suddenly and disastrously)
noun
[UK: deɪ.ˈbɑːk.l̩] [US: də.ˈbɑːk.l̩]

vierlettergrepig bijvoeglijk naamwoord

quadrisyllabicadjective
[UK: kwˌɒdrɪsɪlˈabɪk] [US: kwˌɑːdrɪsɪlˈæbɪk]

vijflettergrepig bijvoeglijk naamwoord

pentasyllabic(having five syllables)
adjective
[UK: pˌentəsɪlˈabɪk] [US: pˌentəsɪlˈæbɪk]

voorletter substantief

initial [initials](first letter of a word)
noun
[UK: ɪ.ˈnɪʃ.l̩] [US: ˌɪ.ˈnɪʃ.l̩]

zeslettergrepig bijvoeglijk naamwoord

hexasyllabic(having six syllables)
adjective
[UK: hˌeksəsɪlˈabɪk] [US: hˌeksəsɪlˈæbɪk]

zevenlettergrepig bijvoeglijk naamwoord

heptasyllabic(having seven syllables)
adjective
[UK: hˌeptəsɪlˈabɪk] [US: hˌeptəsɪlˈæbɪk]

septasyllabic(having seven syllables)
adjective

12