Dutch | English |
---|---|
laatst bijvoeglijk naamwoord | last(final) latest(most recent) ultimateadjective |
laatst bijwoord | recently(in the recent past) |
laatst maar niet het minst bijwoord | last but not least(An expression to start the last item of a list) |
laatst verschenen bijvoeglijk naamwoord | latest(most recent) |
laatste bijvoeglijk naamwoord | final(last; ultimate) latter(near (or nearer) to the end) |
laatste oordeel eigennam {n} | Last Judgment(judgment day) |
laatste rechte lijn substantief {f} | home stretch(final part of a distance or effort) |
laatste wilsbeschikking substantief {f} | testament [testaments](document containing a person's will) |
laatstgenoemd bijvoeglijk naamwoord | latter(relating to or being the second of two items) |
laat staan voegwoord | let alone(to say nothing of) |
achtergeplaatst voorzetsel substantief {n} | postposition [postpositions]((grammar) words that come after the noun) |
de laatste tijd preposition {f} | of late(recently) |
derdelaatste bijvoeglijk naamwoord | antepenultimate(two before the last) |
gelaatstrek substantief {m} | feature [features](one of the physical constituents of the face) |
geplaatst bijvoeglijk naamwoord | ranking(having a specified rank) |
het Laatste Avondmaal eigennam {n} | Last Supper(last meal Jesus ate with disciples) |
Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen eigennam | Church of Jesus Christ of Latter-day Saints(major denomination of the Latter Day Saint movement) |
misplaatst bijvoeglijk naamwoord | improper(not in keeping with conventional mores or good manners) |
overlaatst bijwoord | recently(in the recent past) |
voorlaatste bijvoeglijk naamwoord | penultimate(next-to-last in a sequence) |
wie het laatst lacht phrase | he who laughs last laughs best(success is better after you've endured ridicule) |
wie laatst lacht phrase | he who laughs last laughs best(success is better after you've endured ridicule) |