Dutch | English |
---|---|
gesproken bijvoeglijk naamwoord | spoken(concerning speech) |
afgesproken bijvoeglijk naamwoord | consensual(With consensus) |
afgesproken! phrase | it's a dealphrase |
normaal gesproken bijwoord | normally(under normal conditions or circumstances; usually; most of the time) |
onaangesproken bijvoeglijk naamwoord | untapped(not tapped) |
onuitgesproken bijvoeglijk naamwoord | pent-up(not expressed) |
technisch gesproken bijwoord | technically(based on precise facts, which however may be contrary to common misbelief or to a traditional name) |
uitgesproken bijvoeglijk naamwoord | forthright(straightforward; not evasive) |