Duits-Nederlands woordenboek »

mein betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
gemeinsam Adjektiv

algemeenbijvoeglijk naamwoord

collectiefbijvoeglijk naamwoord

gemeenschappelijkbijvoeglijk naamwoord

gezamenlijkbijvoeglijk naamwoord

samenbijvoeglijk naamwoord

tezamenbijvoeglijk naamwoord

insgemein

samenbijwoord

tezamenbijwoord

ungemein Adverb

bijzonderbijwoord

buitengewoonbijwoord

danigbijwoord

duchtigbijwoord

geduchtbijwoord

schromelijkbijwoord

verallgemeinern [verallgemeinerte; hat verallgemeinert] Verb

distribuerenv

rondbrengenv

verdelenv

das Vergißmeinnicht Substantiv

vergeet-mij-nieto

vergeet-mij-nietjeo

vermeintlich Adjektiv

gewaandbijvoeglijk naamwoord

wohlgemeint

welgemeendbijvoeglijk naamwoord

12