dicţionar German-Olandez »

woge înseamnă în Olandeză

GermanăOlandeză
die Woge [der Woge; die Wogen] Substantiv

baarsubstantief

golfsubstantief

golfslagsubstantief

gulpsubstantief

zeesubstantief

wogegen

waartegenbijwoord

wogen [wogte; hat gewogt] Verb

golvenwerkwoord

abwägen [wog ab/wägte ab; hat abgewogen/abgewägt] Verb

afwegenv

hetgewichtbepalenv

wegenv

aufwiegen [wog auf; hat aufgewogen] Verb

lonenwerkwoord

waardzijnwerkwoord

erwägen [erwog; hat erwogen] Verb

bedenkenv

beschouwenv

mediterenv

nadenkenv

nagaanv

overdenkenv

overwegenv

peinzenv

rekeninghoudenmetv

wikkenv

zinnenv

zinnenopv

gewogen Adjektiv

goedgezindbijvoeglijk naamwoord

gunstigbijvoeglijk naamwoord

toegenegenbijvoeglijk naamwoord

welgezindbijvoeglijk naamwoord

wiegen [wog; hat gewogen] Verb

afwegenv

hetgewichtbepalenv

wegenv

wiegenv

zwaarzijnv

wägen [wog; hat gewogen] Verb

afwegenv

hetgewichtbepalenv

wegenv