dicţionar Olandez-German »

zee înseamnă în Germană

OlandezăGermană
zee substantief

die See [der See; —]Substantiv

die SturzwelleSubstantiv

die Woge [der Woge; die Wogen]Substantiv

zee o

das Meer [des Meer(e)s; die Meere]Substantiv

zeebanket m

der Hering [des Herings; die Heringe]Substantiv

zeebodem m

der Meeresboden [des Meeresbodens; die Meeresböden]Substantiv

zeefdoek substantief

Schleiertuch

zeefdoek o

das EtaminSubstantiv

zeehond [zeehonden] m

der Seehund [des Seehund(e)s; die Seehunde]Substantiv

zeekant substantief

die Küste [der Küste; die Küsten]Substantiv

zeekoe substantief

die Sirene [der Sirene; die Sirenen]Substantiv

zeekreeft m

der Hummer [des Hummers; die Hummer]Substantiv

zeekust substantief

die Küste [der Küste; die Küsten]Substantiv

zeekwal substantief

die Qualle [der Qualle; die Quallen]Substantiv

Zeeland o

Seeland

zeelt substantief

die Schleie [der Schleie; die Schleien]Substantiv

zeeman [zeelui] m

der Seemann [des Seemanns, des Seemannes; die Seemänner]Substantiv

zeem

Gemshaut

sämisches Leder

zeem o

das Waschleder [des Waschleders; die Waschleder]Substantiv

zeemeeuw substantief

die Möwe [der Möwe; die Möwen]Substantiv

zeen substantief

die Flechse [der Flechse; die Flechsen]Substantiv

die Sehne [der Sehne; die Sehnen]Substantiv

zeep substantief

die Seife [der Seife; die Seifen]Substantiv

zeer bijwoord

sehrAdverb

zeer m

der Schmerz [des Schmerzes; die Schmerzen]Substantiv

zeer o

das Weh [des Wehs, des Wehes; die Wehe]Substantiv

zeerdoen

Schmerz verursachen

wehe tun

zeerdoen v

schmerzen [schmerzte; hat geschmerzt] (Akkusativ)Verb

zeerob m

der Seehund [des Seehund(e)s; die Seehunde]Substantiv

zeerover m

der Korsar [des Korsaren; die Korsaren]Substantiv

der Pirat [des Piraten; die Piraten]Substantiv

der Seeräuber [des Seeräubers; die Seeräuber]Substantiv

zeeschelp substantief

die AurikelSubstantiv

zeeschuimer m

der Pirat [des Piraten; die Piraten]Substantiv

zeevaarder m

der Seemann [des Seemanns, des Seemannes; die Seemänner]Substantiv

zeevaart substantief

die Navigation [der Navigation; —]Substantiv

zeewier substantief

die Alge [der Alge; die Algen]Substantiv

zeewier m

der Tang [des Tanges, des Tangs; die Tange]Substantiv

12