Tysk-Holländsk ordbok »

teil betyder på holländska

TyskaHolländska
der Anteilschein [des Anteilscheines|Anteilscheins; die Anteilscheine] Substantiv

aandeelm

actiem

austeilen Verb

distribuerenv

rondbrengenv

ronddelenv

rondgevenv

uitdelenv

uitreikenv

verdelenv

beteiligen [beteiligte; hat beteiligt an +Dat] Phrase

deelnemenwerkwoord

meedoenwerkwoord

meemakenwerkwoord

beurteilen [beurteilte; hat beurteilt] Verb

beoordelenv

berechtenv

oordelenv

vonnissenv

enteilen [enteilte; ist enteilt] Verb

heensnellenwerkwoord

zichwegspoedenwerkwoord

der Erdteil [des Erdteiles, des Erdteils; die Erdteile] Substantiv

continentm

vastelandm

werelddeelm

erteilen [erteilte; hat erteilt] Verb

aangevenv

gevenv

opbrengenv

toebrengenv

toekennenv

verlenenv

das Gegenteil [des Gegenteiles, des Gegenteils; die Gegenteile] Substantiv

tegendeelo

tegengesteldeo

tegenpoolo

gegenteils

daarentegenvoegwoord

ertegenoverbijwoord

integendeelbijwoord

urteilen [urteilte; hat geurteilt] (über +AKK) Verb

beoordelenv

berechtenv

oordelenv

redenerenv

vonnissenv

hundertteilig

centesimaalbijvoeglijk naamwoord

honderddelig

1234