rot betyder på holländska

Tyska	Holländska
das Rot [des Rots; die Rots] Substantiv	bloso harteno harteninkaartspelo kleuro roodo
rot [röter; am rötesten] Adjektiv	blozendbijvoeglijk naamwoord roodbijvoeglijk naamwoord
rot machen	roodmaken
rot werden	blozenwerkwoord kleuren roodworden
die Rotation [der Rotation; die Rotationen] Substantiv	aswentelingsubstantief draaiingsubstantief rotatiesubstantief wentelingsubstantief
das Rotauge [des Rotauges; die Rotaugen] Substantiv	voorno
rotieren [rotierte; hat rotiert] Verb	draaienv omwentelenv ronddraaienv rondwentelenv roterenv tollenv
der Rotlauf [des Rotlaufes\|Rotlaufs; —] Substantiv	belroosm wondroosm
die Rotte [der Rotte; die Rotten] Substantiv	bendesubstantief compagniesubstantief ploegsubstantief rotsubstantief scharesubstantief troepsubstantief vendelsubstantief
Rotterdam	Klein-Mokum Maasstadv Rotterdamsubstantief
ausrotten [rottete aus; hat ausgerottet] Verb	uitroeienv verdelgenv
die Rotunde [der Rotunde; die Rotunden] Substantiv	rotondesubstantief
der Rotwein [des Rotweines, des Rotweins; die Rotweine] Substantiv	rodewijnm
das Abendrot [des Abendrots] Substantiv	avondroodo
erotisch [erotischer; am erotischsten] Adjektiv	erotischbijvoeglijk naamwoord

Sökhistorik