Tysk-Holländsk ordbok »

ja betyder på holländska

TyskaHolländska
der Jargon [des Jargons; die Jargons] Substantiv

jargonm

taaltjem

die Jasmin [des Jasmins; die Jasmine] Substantiv

jasmijnm

ten [tete; hat getet] Verb

schoffelenwerkwoord

wiedenwerkwoord

austen [tete aus; hat ausgetet] Verb

schoffelenwerkwoord

wiedenwerkwoord

jauchzen [jauchzte; hat gejauchzt] Verb

jubelenv

juichenv

allhrlich Adjektiv

iederjaarbijvoeglijk naamwoord

jaarlijksbijvoeglijk naamwoord

bejahrt [bejahrter; am bejahrtesten] Adjektiv

bedaagdbijvoeglijk naamwoord

bejaardbijvoeglijk naamwoord

hoogbejaardbijvoeglijk naamwoord

oudbijvoeglijk naamwoord

vergevorderdbijvoeglijk naamwoord

die Bajadere [der Bajadere; die Bajaderen] Substantiv

bajaderesubstantief

das Baujahr [des Baujahres, des Baujahrs; die Baujahre] Substantiv

bouwjaaro

bejahen [bejahte; hat bejaht] Verb

beamenv

bevestigenv

jazeggenv

toestemmenv

bejammern [bejammerte; hat bejammert] Verb

bejammerenwerkwoord

betreurenwerkwoord

bewenenwerkwoord

das Frühjahr [des Frühjahrs, des Frühjahres; die Frühjahre] Substantiv

lenteo

voorjaaro

der Kabeljau Substantiv

kabeljauwm

das Gänseblümchen [des Gänseblümchens; die Gänseblümchen] (Gewöhnliches Gänseblümchen) (auch: Ausdauerndes Gänseblümchen; Mehrhriges Gänseblümchen; Maßliebchen; Tausendschön; Monatsröserl oder schweizerisch: Margritli) Substantiv

madeliefje [madeliefjes]o

meizoentjeo

Muntjak

blafhert

muntjakm

die Najade [der Najade; die Najaden] Substantiv

najadesubstantief

waternimfsubstantief

der Neujahrstag [des Neujahrstags|Neujahrstages; die Neujahrstage] Substantiv

nieuwjaarsdagm

das Schaltjahr [des Schaltjahr(e)s; die Schaltjahre] Substantiv

schrikkeljaaro

das Bhutan [Bhutan(s); —] (Staat im Himalaja) Substantiv

Boetano

vollhrig Adjektiv

meerderjarigbijvoeglijk naamwoord

mondigbijvoeglijk naamwoord

zujauchzen

bijacclamatiebenoemen

1234