Tysk-Holländsk ordbok »

gegen betyder på holländska

TyskaHolländska
das Gegenstück [des Gegenstückes|Gegenstücks; die Gegenstücke] Substantiv

pendanto

tegenhangero

das Gegenteil [des Gegenteiles, des Gegenteils; die Gegenteile] Substantiv

tegendeelo

tegengesteldeo

tegenpoolo

gegenteils

daarentegenvoegwoord

ertegenoverbijwoord

integendeelbijwoord

gegenüber

jegensbijwoord

meto

tegen

tegenaanbijwoord

tegenoverbijwoord

versus

die Gegenwart [der Gegenwart; —] Substantiv

hedensubstantief

tegenwoordigetijdsubstantief

gegenwärtig Adjektiv

actueelbijvoeglijk naamwoord

eigentijdsbijvoeglijk naamwoord

huidigbijvoeglijk naamwoord

noubijvoeglijk naamwoord

nubijvoeglijk naamwoord

tegenwoordigbijvoeglijk naamwoord

thansbijvoeglijk naamwoord

die Gegenwehr [der Gegenwehr; die Gegenwehren] Substantiv

tegenkantingsubstantief

tegenstandsubstantief

tegenweersubstantief

verzetsubstantief

dagegen Adverb

daarentegenbijwoord

dochbijwoord

ertegenoverbijwoord

integendeelbijwoord

maarbijwoord

einschreiten [schritt ein; ist eingeschritten gegen +AKK] Phrase

ingrijpenwerkwoord

interveniërenwerkwoord

tussenbeidekomenwerkwoord

entgegen

mijden

ontwijken

uitdeweggaan

vermijden

entgegengesetzt Adjektiv

daarentegenbijvoeglijk naamwoord

123